Historie

Het ontstaan, het gemeentewapen, het landschap, de landgoederen en het cultureel erfgoed van Leusden

Ontstaan

Leusden, Lisiduna, wordt al in het jaar 777 in schriftelijke bronnen genoemd. In dit jaar wordt de Frankische nederzetting Lisiduna door Karel de Grote geschonken aan de Stichting Maartenskerk in Utrecht. De bewoningskern lag in Oud-Leusden. Daar staat nu nog de toren die bij de sloop van de kerk in 1826 werd gespaard. Deze toren is het oudste bouwkundige monument, en enige uit de middeleeuwen, van Leusden. De nederzetting heeft tot aan de opkomst van Amersfoort in de elfde eeuw een centrumfunctie in noordelijk Eemland vervuld. Vondsten wijzen uit dat op deze plaats bewoning is geweest vanaf de IJzertijd.

Vanaf de vroege middeleeuwen bepaalde het landschap de plek waar boeren zich vestigden. In het westen zocht men de hogere grond van de Heuvelrug op en in Hamersveld de zandruggen langs de beken. De bekende landgoederen Den Treek en De Boom zijn later ontstaan. Tot ver in de twintigste eeuw  is Leusden een boerendorp gebleven met een aantal buurtschappen, waaronder Asschat, Hamersveld, Leusbroek en Achterveld, die al in de middeleeuwen zijn ontstaan. Vanaf de vijftiger jaren van de twintigste eeuw worden er woonwijken gebouwd en breidt Leusden uit.

De gemeente Leusden is in 1969 ontstaan door samenvoeging van de gemeenten Leusden en Stoutenburg. Leusden bestrijkt een gebied van 5.889 hectare, ligt in de provincie Utrecht en heeft ongeveer 30 duizend inwoners. Leusden is in 1999 eerste geworden in de categorie groenste stad van Nederland en in 2000 als tweede van Europa.

Gemeentewapen

Het wapen bestaat sinds 1969 uit een gevierendeeld schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. De vier onderdelen worden heraldisch als volgt omschreven:

I In goud drie gesteelde plompenbladeren van sinopel. De plompenbladeren zijn het wapen van de ambachtsheerlijkheid Leusden.

II In zilver zes lelies van keel. De lelies vormen het wapen van de familie en ambachtsheerlijkheid Stoutenburg.

III In keel een kruis van zilver. Dit zilveren kruis is het wapen van het Sticht Utrecht. Dit ter herinnering aan het feit dat Karel de Grote in 777 landgoed Lisiduna schonk aan de St. Maartenskerk in Utrecht. Sindsdien behoort de heerlijkheid Leusden tot het Sticht Utrecht.

IV In goud een groot uitgeschulpt schuinkruis van sabel. Het St. Andrieskruis is het wapen van de ridderhofstad Lockhorst.

Leusden ligt deels op de Utrechtse Heuvelrug en deels in de Gelderse vallei. Op de flank van de Utrechtse Heuvelrug, ten westen van de Arnhemseweg, ligt een stuwwal-landschap met heide en naaldbos. Hier ligt het landgoed Den Treek-Henschoten. Ten oosten van het Valleikanaal ligt een hoge dekzandrug. De grond lag hier hoger en de boerderijen liggen verspreid in het landschap op de hoger gelegen  delen. Doordat men zich moest aanpassen aan het landschap ontstaat het kampenlandschap: een lappendeken van onregelmatig gevormde stukken land.

Er tussenin een daluitspoelingswaaier en lage dekzandrug. Vanaf de twaalfde eeuw werd dit laag gelegen gebied in stroken ontgonnen en ontstonden Hamersveld, Leusbroek en Asschat. Het slagenlandschap (strokenontginning) met boerderijen langs de weg is nog steeds zichtbaar langs de Hamersveldseweg en Leusbroekerweg.  Door deze ontginningen zijn er landschappelijke monumenten uit de middeleeuwen in overvloed.

De lange wordingsgeschiedenis van Leusden is uit het cultuurhistorisch erfgoed af te lezen. Dit geldt voor zowel boven- als ondergronds cultuurhistorisch erfgoed. Niet alleen de buitenplaatsen, voormalige tolhuizen, grafheuvels en een transformatorhuisje, maar ook kerken, boerderijen, villa’s, landschapselementen en militair-historische objecten, zijn hiervan voorbeelden. Omdat slechts een beperkt aantal van deze objecten is beschermd, is het niet ondenkbaar dat in de loop der tijd waardevolle en bijzondere monumenten zullen verdwijnen. Het zien, waarderen en het vastleggen in beeld en geschrift kan leiden tot een bewuster omgaan met de tastbare getuigen uit vervlogen tijden. Deze objecten samen maken immers de omgeving vertrouwd en herkenbaar.

Leusden kent 100 rijksmonumenten en 17 gemeentelijke monumenten. De Asschatterkeerkade in Leusden is zo’n beschermd object. De keerkade is één van de oudere nog bestaande elementen van de Grebbelinie. Het stamt uit 1745 en is met zijn 2500 meter één van de langste keerkades van de Grebbelinie. Hier zijn ook elementen uit de recente geschiedenis te vinden. Zoals de negen zichtbare mitrailleurkazematten, die tijdens de mobilisatie van 1939-1940 zijn gebouwd. Ook ligt er een unieke betonnen tankversperring uit die tijd. Vergeefs hebben de Duitsers hier in de meidagen van 1940 geprobeerd de Valleistelling te doorbreken. 

Landgoed Den Treek-Henschoten Dit bijna 2200 hectare grote familielandgoed ontstaat in 1807 op de overgang van de Utrechtse Heuvelrug naar de Gelderse Vallei. Toch wordt Den Treek al in 1334 genoemd: “de Treke aan de Beke”. In 1536 was Den Treek een pachtboerderij die als mede-eigenaar niemand minder dan keizer Karel V had. In de loop der eeuwen wordt het bezit fors uitgebreid.

Huize Den Treek aan de Treekerweg 23, was het woonhuis van de stichter vanhet landgoed, Willem Hendrik de Beaufort. Doordat zijn zoon trouwde met de erfgename van landgoed Henschoten, werd dit in de familie gebracht en ontstaat Den Treek-Henschoten. Door aankopen van grond en boerderijen werd het bezit in de loop der jaren aanmerkelijk vergroot. De oprichting van het Landgoed Den Treek-Henschoten B.V. vond in 1973 plaats.

Landgoed De Boom Landgoed De Boom werd gesticht door A.J. de Beaufort. Het dankt zijn naam aan de grote wilg, waaraan mededelingen van verkopingen etc. op vastgespijkerd werden. Door aankoop en ruil van boerderijen en grond, ontstaat een landgoed dat nu nog steeds in zijn totaliteit in stand wordt gehouden. Mw. A.A. de Beaufort, die het landgoed in 1929 erft, brengt in 1948 het landgoed onder in een stichting. Na haar dood in 1975 is ook het huis in de exploitatie opgenomen. Het landgoed beslaat in zijn geheel plusminus 1.050 hectare met zo’n 20 boerderijen en ongeveer 55 huizen. Het landgoed ligt niet uitsluitend binnen de gemeentegrenzen van Leusden.

In 1879 wordt in opdracht van Arnoud Jan de Beaufort, burgemeester van Leusden en Stoutenburg, huize De Boom gebouwd. Dit in neoclassicistische stijl gebouwde landhuis vormt het centrale onderdeel van het landgoed. Tegenover het landhuis liggen het voormalige koetshuis en jachthuis.

De Heiligenberg Deze buitenplaats ligt op de oostelijke oever van de Heiligenbergerbeek. Sinds 1929 is deze buitenplaats onderdeel van landgoed De Boom. De Heiligenberg dankt zijn naam aan een 12 meter hoog rivierduin waarop bisschop Ansfried rond 1000 zijn klooster stichtte. Op de plaats van het huidige huis Heiligenberg uit 1827, stond in de zeventiende en achttiende eeuw een kasteel met een tuin in Barokstijl. Nu vormt het parkbos in landschapsstijl een groene buffer tegen de A28 aan de westkant. De beboste berg achter het huis fungeert als coulisse voor het zicht vanaf de weg. In het zicht aan de overzijde van de Heiligenbergerweg staat de duiventil aan het Zwanenwater en de woning voor de jachtopziener of tuinman. Ten onrechte wordt deze woning dikwijls bestempeld als tolhuis. 

Landgoed Lockhorst Dit landgoed behoorde aan de St. Paulusabdij die op de Heiligenberg gesticht was. In 1536 wordt Lockhorst als ridderhofstad erkend. In de zeventiende eeuw koopt de eigenaar De Heiligenberg erbij. In 1927 wordt landgoed Lockhorst in delen verkocht op een veiling. De koper van het huis laat het afbreken en geeft opdracht aan architect M.J. Klijnstra voor ontwerp en bouw van het huidige landhuis. De tuin wordt volgens plannen van L.W. Copijn opnieuw aangelegd.

Het landgoed Stoutenburg beslaat 12 hectare en is gelegen aan een eikenlaan die Stoutenburg met Hoevelaken verbindt. Tot het landgoed behoren naast het landhuis en het bijbehorende koetshuis, nog enkele boerderijen en een arbeiderswoning.

De geschiedenis van het huidige landhuis uit 1888, gaat terug tot een van oorsprong middeleeuws kasteel dat verder richting Amersfoort gesitueerd was. De eigenaar van het dertiende eeuwse kasteel, Wouter van Amersfoort/van Stoutenburg, droeg het in 1259 in leen op als open huis aan de bisschop. Bij deze gelegenheid  verkreeg Amersfoort stadsrechten.

In 1594 wordt het huis gekocht door Johan van Oldenbardevelt. In 1833 komt het huis in handen van de bankiersfamilie Luden, die in 1888 opdracht geeft tot de bouw van het huidige huis. In 1997 verkoopt de stichting “Nederlandse Provincie van de Minderbroeders Franciscanen”, die sinds 1948 eigenaar is van het huis, het complex. Landgoed Stoutenburg is nu onderdeel van de stichting Het Utrechts Landschap.