Urgentieverordening huisvesting Leusden 2019

vrijdag 4 februari 2022
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
algemeen verbindend voorschrift (verordening)



1e wijziging Urgentieverordening huisvesting Leusden 2019

De raad van de gemeente Leusden:

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2021, nummer 5002;

 

gelet op de Huisvestingswet 2014;

 

besluit:

 

de Urgentieverordening huisvesting Leusden 2019 als volgt te wijzigen

 

Artikel 1 (begripsbepalingen) aan te vullen met de volgende bepalingen:

  • g.

    Bijzondere maatschappelijke doelgroep: “de woningzoekende die ingezetene is van een gemeente in de regio Amersfoort en na een tijdelijk verblijf in jeugdzorg, maatschappelijke opvang, begeleid of beschermd wonen uitstroomt naar de gemeente van regie/ herkomst binnen de regio Amersfoort, of naar een andere gemeente in de regio Amersfoort wanneer er zwaarwegende redenen om niet naar de gemeente van regie/ herkomst terug te keren.”

  • h.

    Regio Amersfoort: De regio Amersfoort bestaat uit de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Nijkerk, Soest en Woudenberg.

  • i.

    De gemeente van regie/ herkomst: De gemeente van regie/ herkomst is de gemeente voorafgaand aan een tijdelijk verblijf in jeugdzorg, maatschappelijke opvang, begeleid of beschermd wonen het verblijf waar de persoon in kwestie daadwerkelijk woonde.

Artikel 5, lid 2, aan te vullen met de volgende bepaling:

  • c.

    Een bijzondere maatschappelijke doelgroep. Voor deze categorie geldt niet het vereiste, als bedoeld in lid 2, onder b met betrekking tot ingezetenschap.

Artikel 5 aan te vullen met het volgende lid

  • 6.

    De urgentieverklaring die voor de in lid 2, onder c bedoelde doelgroep in een andere gemeente binnen de regio Amersfoort is verleend heeft gelijke gelding als een door burgemeester en wethouders verleende urgentie

Artikel 6 aan te vullen met een nieuw lid 4:

  • 4.

    Een aanvraag om urgentie voor de doelgroep als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c moet naast de in de leden 1 en 2 voldoen aan de volgende vereisten:

    • a.

      de aanvrager staat ingeschreven als woningzoekende en;

    • b.

      de zorgverlener (indien aan de orde) heeft geadviseerd dat zelfstandig wonen - al dan niet met ambulante begeleiding - mogelijk is;

    • c.

      een aanvraag voor een urgentie, als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan namens de woningzoekende slechts worden gedaan door een verwijzer of begeleider van een zorginstelling;

    • d.

      toewijzing van een woning vindt plaats via directe bemiddeling.

    • e.

      burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks in regionaal verband een verdeelsleutel vaststellen voor de spreiding van de bijzondere maatschappelijke doelgroepen, die als gevolg van zwaarwegende redenen uitstromen naar een gemeente binnen de regio Amersfoort.

Artikel 6, leden 4 t/m 9 te vernummer tot de leden 5 t/m10.

 

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 1e wijziging Urgentieverordening huisvesting Leusden 2019.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 februari 2022

I. Schutte - van der Schans

Griffier

G.J. Bouwmeester

Voorzitter

Toelichting.

Algemeen.

 

Amersfoort is als centrumgemeente verantwoordelijk voor de maatschappelijke opvang (MO) en tot 2023 voor voorzieningen voor beschermd wonen (BW) en Jeugdzorg in de regio Amersfoort. Het gaat onder meer om voorzieningen voor opvang van dak- en thuislozen en beschermd wonen. Jaarlijks doen inwoners van de regiogemeenten een beroep op voorzieningen voor MO, BW en Jeugdzorg.

 

De regiogemeenten hebben afgesproken dat deze cliënten weer terug gaan naar de gemeente van herkomst. Om dit proces te vergemakkelijken is afgesproken dat deze groep een voorrangspositie in het woonruimteverdeelsysteem krijgt.

 

Uitgangspunten hiervoor zijn de volgende:

  • 1.

    Iedere gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van zijn eigen inwoners, ook als deze vanwege zorg of opvang tijdelijk elders in de regio hebben gewoond. Dit in overeenstemming met de uitgangspunten uit de regiovisies MO, BW en Jeugdzorg. Hierin is afgesproken dat elke gemeente verantwoordelijk is en blijft voor de eigen inwoners.

  • 2.

    De huisvesting van personen zonder vaste woon- of verblijfplaats die na tijdelijk verblijf zelfstandig gaan wonen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de regiogemeenten, waarbij gestreefd wordt naar een eerlijke verdeling tussen de gemeenten.

  • 3.

    Ondanks dat de beschikbaarheid van sociale huurwoningen een knelpunt is, is de uitstroommogelijkheid van deze groep woningzoekenden belangrijk. Via de woonruimteverdeling verdelen we de schaarste zo eerlijk als mogelijk. Met het bouwen van nieuwe woningen wordt gewerkt aan meer structurele oplossing voor de schaarste.

  • 4.

    Gemeenten streven er naar dat huisvesting plaatsvindt binnen 6 maanden vanaf het moment van het toekenning van de urgentie.

Artikelsgewijze toelichting

 

In artikel 1, onder i is gedefinieerd hoe de gemeente van herkomst van de doelgroep wordt bepaald.

 

Met betrekking hiertoe gelden de volgende algemene regels:

 

  • 1.

    Het gaat om de laatste woonplaats voorafgaand aan de aanvraag van een Wmo-traject met verblijf (woonadres volgens het BRP), tenzij dat verblijf in een instelling of bij pleegouders betrof (Jeugdwet, zorg of anders). In dat geval geldt de laatste woonplaats voorafgaand aan het traject waar de persoon niet in een instelling verbleef, tenzij gemeenten voor die casus onderling anders overeenkomen.

  • 2.

    Het betrof geen tijdelijk verblijf bij vrienden, familie of helpend netwerk.

  • 3.

    Het betrof een woonsituatie met een eigen inkomen / dagbesteding, sociaal netwerk (met uitzondering van jongeren).

De bijzondere maatschappelijke doelgroep kan uitstromen naar een andere gemeente in de regio Amersfoort in plaats van de gemeente van regie/herkomst wanneer sprake is van de volgende zwaarwegende redenen:

  • 1.

    Indien er sprake is van traumatische ervaringen die invloed hebben op het functioneren en die gekoppeld zijn aan de gemeente van regie/herkomst.

  • 2.

    Indien er sprake is van een negatief netwerk in gemeente van regie/herkomst wat de kans op terugval (te) groot maakt.

  • 3.

    Indien hier een steunend netwerk aanwezig is in een andere gemeente. (dit moet onderbouwd kunnen worden met feiten ‘een tante in Leusden’ is geen onderbouwd steunend netwerk)

  • 4.

    Indien sprake is van stabiel(e) dagbesteding/werk in een andere gemeente dan de herkomstgemeente wat niet gemakkelijk in een nieuwe woonplaats opnieuw ingericht kan worden.

  • 5.

    Indien een jongere al lange tijd in pleeggezin/gezinshuis woont en meer binding met deze gemeente heeft dan met de gemeente waar hij/zij oorspronkelijk vandaan komt.

  • 6.

    Indien er als gevolg van het leiden van een zwervend bestaan geen sprake is van een gemeente van regie/ herkomst.

In artikel 5, lid 2 onder c. is bepaald dat de woningzoekenden die uitstromen uit een maatschappelijke voorziening niet hoeven voldoen aan het ingezetenschap en daarmee tenminste twee jaar in het bevolkingsregister van Leusden opgenomen hoeven te zijn. Als hieraan zou worden vastgehouden kunnen woningzoekenden die langere tijd in een maatschappelijke voorziening in een andere regiogemeente hebben verbleven niet uitstromen naar de regiegemeente.

 

Artikel 5, lid 6 is opgenomen voor het geval dat er in een regiogemeente urgentie is toegekend aan een woningzoekende uit de doelgroep en deze een woning blijkt te zoeken in de gemeente van herkomst. In dat geval hoeft de procedure niet te worden overgedaan. Ook wordt door alle regiogemeenten in de Huisvestingsverordening opgenomen dat een in een andere gemeente toegekende urgentie voor deze doelgroep in de betreffende gemeente geldt.

 

Artikel 6, lid 4 geeft aan welke procedurele regels gelden voor de aanvraag om urgentie en op welke wijze een toegekende urgentie leidt tot woningtoewijzing.