Faciliteiten t.b.v. medezeggenschapstaken

Wednesday 2 January 2019
Download original publication:
Download PDF file
Publication type:
Overige besluiten van algemene strekking





Faciliteiten t.b.v. medezeggenschapstaken

De directie en de ondernemingsraden van de VRU delen de overtuiging dat een goed functionerende medezeggenschap in het belang is van de organisatie als geheel. Die medezeggenschap krijgt onder meer vorm door het overleg tussen de directie en de ondernemingsraden.

Leden van de OR’en, leden van vaste commissies en leden van voorbereidingscommissies worden in staat gesteld om hun medezeggenschapstaken naar behoren uit te voeren

Daartoe zijn, gegeven de CAR UWO en UVRU, de volgende faciliteiten overeengekomen:

 

A) Beschikbare tijd

  • 1.

    Leden van ondernemingsraden hebben gemiddeld 6 uren per week in werktijd beschikbaar voor het bijwonen van vergaderingen, de voorbereiding op die vergaderingen, voor achterbanberaad en voor het voeren van overleg met derden.

  • 2.

    Leden van het dagelijks bestuur van een ondernemingsraad hebben gemiddeld 8 uur per week beschikbaar voor hun medezeggenschapstaken.

  • 3.

    Als een OR-lid tevens lid is van de COR, of deel uitmaakt van het DB van de COR, cumuleert dit aantal uren.

  • 4.

    Leden van commissies krijgen voor de periode dat de commissie is ingesteld 4 uur per week in werktijd beschikbaar voor het werk van deze commissie. Als een OR-lid tevens lid is van een commissie, cumuleert het aantal beschikbare uren.

  • 5.

    Naast dit genoemde aantal uren hebben OR-leden ten behoeve van scholing vijf werkdagen per jaar beschikbaar. Leden van commissies hebben voor dit doel drie dagen per jaar beschikbaar. Als een OR-lid tevens lid is van een commissie of van de COR, cumuleert het recht op scholingsdagen.

  • 6.

    Uitgangspunt is OR- en commissieleden hun medezeggenschapstaken uitvoeren binnen werktijd. Indien dit niet mogelijk is en/of er extra uren bovenop hun reguliere weekrooster gemaakt moeten worden dan zijn de regelingen uit de CAR en UVRU voor overwerk en ‘plus- en min’ uren van toepassing.

  • 7.

    Voor vrijwilligers geldt dat zij een vergoeding voor de uren voor de medezeggenschap ontvangen conform voor hen geldende oefenvergoeding voor vrijwilligers. Voor de uren die vallen binnen kantoortijden (9.00 – 17.00 uur) geldt de voor hen geldende uitrukvergoeding.

B) Combinatie werk en OR-werk

  • 1.

    Het functioneren in een OR of in een commissie kan een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de medewerker en kan als zodanig een punt van positieve waardering zijn in een loopbaangesprek.

  • 2.

    Aan het begin van de zittingsperiode en bij het tussentijds aantreden van een OR- of commissielid wordt de direct leidinggevende geïnformeerd. Het initiatief hiervoor ligt bij het betreffende OR-lid.

C) Overige faciliteiten

  • 1.

    Aan elke OR is een formatie ambtelijk secretariaat toegevoegd van in totaal minimaal een FTE op HBO werk- en denkniveau. 16 uur hiervan is beschikbaar voor de OR Brandweerrepressie en 20 uur is beschikbaar voor de Centrale OR en de OR Veiligheid en Dienstverlening..

  • 2.

    De leden van een OR en leden van commissies kunnen beschikken over gebruikelijke technische faciliteiten (gebruik van een pc, e-mailaccounts, toegang tot intranet etc.). De OR’en kunnen beschikken over een eigen pagina op het Intranet van Veiligheidsregio Utrecht. De inhoud van de communicatie is de verantwoordelijkheid van de OR; de afdeling communicatie van de VRU verzorgt de plaatsing ervan.

  • 3.

    De OR heeft de mogelijkheid eigen communicatie met alle personeelsleden in te richten.

  • 4.

    OR’en en commissies kunnen binnen de geldende beleidskaders gebruik maken van de voorzieningen van de onderneming zoals vergaderfaciliteiten, cateringfaciliteiten, dienstauto’s, kopieerapparaten, postverzending, kantoorartikelen e.d.

D) Kosten

  • 1.

    De kosten die leden van een OR en zijn commissies noodzakelijkerwijs maken in het kader van hun werkzaamheden, behoren integraal tot de kosten van de onderneming. Deze kosten kunnen op de gebruikelijke wijze worden gedeclareerd en worden ten laste gebracht van de kostenplaats van de OR.

  • 2.

    OR kan een deskundige inschakelen voor begeleiding, coaching en advies. In overeenstemming met de procedure van artikel 22 WOR zal de bestuurder vooraf van de te maken kosten in kennis worden gesteld.

E) Slotbepaling

  • 1.

    Als zich knelpunten voordoen in de toepassing van de faciliteitenregeling ten aanzien van een OR- of commissielid zal de bestuurder hiervan via het Dagelijks Bestuur van de betreffende OR op de hoogte worden gebracht, waarna de bestuurder actie onderneemt.

 

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Utrecht op 9 maart 2016,

A.M. Gouw Dr. P.L.J. Bos

Voorzitter Ondernemingsraad Algemeen Directeur VRU / bestuurder COR