Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Leusden
Beleidsregels Eenmalige energietoeslag 2022 gemeente Leusden
Artikel 3: Ambtshalve toekenning
Huishoudens die voldoen aan de doelgroepomschrijving van artikel 2, en:
- a.
- b.
- c.
De beleidsregel eenmalige energietoeslag 2022 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Als een belanghebbende niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, wegens bijzondere omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken. Daar voorziet artikel 4:84 Awb in.
In artikel 2 wordt de doelgroep nader omschreven. Enkele groepen inwoners komen niet voor de energietoeslag in aanmerking: inwoners die in een instelling verblijven, jongeren tot 21 jaar, studenten die aanspraak maken op studiefinanciering (WSF 2000) en dak- en thuislozen.
Bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen worden uitgesloten van de energietoeslag, omdat de instelling voorziet in de energiekosten.
Voor 18-, 19- en 20-jarigen geldt dat zij voor de energiekosten een beroep kunnen doen op de ouders. Deze hebben een wettelijke onderhoudsplicht (artikel 12 Pw ). Wanneer de ouders hier niet aan kunnen voldoen, kan een jongere voor de sterk gestegen energiekosten individuele bijzondere bijstand aanvragen. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de jongeren die het daadwerkelijk nodig hebben.
Bij jongeren die een bijstandsuitkering ontvangen aangevuld met bijzondere bijstand omdat de ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht, kan de gemeente besluiten die aanvulling vanwege de gestegen energiekosten tijdelijk te verhogen.
Studenten jonger dan 27 jaar die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering (WSF 2000) zijn op grond van artikel 13 van de Participatiewet al uitgesloten van het recht op algemene bijstand. De woonsituatie van studenten is zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Vanwege deze diversiteit is voor deze doelgroep de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.
Inwoners met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.
Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ. Daar kan de gemeente andere groepen aan toe voegen, bijvoorbeeld personen die periodiek bijzondere bijstand ontvangen of een bijdrage op grond van gemeentelijke minimaregeling zoals de Collectieve Zorgverzekering voor Minima (CZM).
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was.