Geluidnota gemeente Leusden 2024

vrijdag 9 februari 2024
Originele publicatie downloaden:
Download het PDF bestand
Type bekendmaking:
beleidsregel



Geluidnota gemeente Leusden 2024

 

1. INLEIDING

De aanleiding voor het opstellen van deze geluidnota is de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In de Omgevingswet staan onderwerpen waar rekening mee gehouden moet worden om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving te behouden dan wel te verbeteren. Eén van die onderwerpen is geluid. Hierbij gaat het om de hinder afkomstig van geluid zo veel mogelijk te beperken.

 

Deze geluidnota heeft betrekking op diverse geluidbronnen:

  • -

    Verkeerslawaai;

  • -

    Industrielawaai (geluid van bedrijven, instellingen, horeca- en sportinrichtingen);

  • -

    Installatie geluid bij woningen;

  • -

    Laag frequent geluid;

  • -

    Evenementen;

  • -

    Stemgeluid;

  • -

    Overige geluidhinder.

Kerninstrumenten Omgevingswet

In hoofdstuk 2 van deze Geluidnota is aangegeven hoe het Beleidshuis van de gemeente Leusden is opgebouwd aan de hand van de kerninstrumenten van de Omgevingswet: de omgevingsvisie, het omgevingsprogramma en het omgevingsplan. Daarbij is aangegeven hoe deze instrumenten kunnen worden ingezet ten behoeve van het behoeve van het behouden en verbeteren van de geluidskwaliteit.

 

Bestaand geluidbeleid

De gemeente Leusden heeft op 4 februari 2020 het geluidbeleid voor wegverkeerslawaai vastgesteld. Daarnaast heeft de gemeente in 2018 beleid en geluidregels vastgesteld voor evenementen en deze vastgelegd in de APV van 2021. Het bestaande geluidbeleid en – regels van de gemeente Leusden zijn zoveel als mogelijk omgezet in deze Geluidnota.

 

Nieuw geluidbeleid

Naast het omzetten van het bestaand beleid is het van belang dat er geluidregels worden opgenomen die een uitwerking zijn van de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (rijksregels Omgevingswet). De uitwerking van deze instructieregels zijn als (ontwerp) geluidregels in deze Geluidnota opgenomen.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 3 tot en met 9 is per vorm van geluidshinder aangegeven wat de lokale situatie is, wat de overgang naar de Omgevingswet betekent en welke nieuwe geluidregels nodig zijn. Hierin zijn de aspecten en afwegingen die van belang zijn voor het opstellen van de geluidregels ten behoeve van het omgevingsplan uiteengezet.

 

Met die informatie zijn de (ontwerp) geluidregels opgesteld.

  • -

    bijlage 1 Geluidregels verkeerslawaai omgevingsplan;

  • -

    bijlage 2 Gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai omgevingsplan;

  • -

    bijlage 3 Grenswaarden voor evenementen/festiviteiten omgevingsplan;

  • -

    bijlage 4 Toetsen stemgeluid bij activiteiten;

  • -

    bijlage 5 Wetsartikelen Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • -

    bijlage 6 Schematisch Overzicht Grenswaarden evenementen en festiviteiten;

  • -

    bijlage 7 Begrippenlijst.

2. OVERWEGINGEN GELUIDBELEID

2.1 Beleidshuis en -cyclus gemeente Leusden

De Omgevingswet kent verschillende instrumenten, de relatie van deze instrumenten ten opzichte van elkaar en de reikwijdte van de instrumenten staat beschreven in het beleidshuis van de gemeente Leusden.

 

In het kerninstrument Omgevingsvisie wordt opgenomen ‘Wat wil de gemeente bereiken?’, en bevat al het gemeentelijke strategische beleid voor de fysieke leefomgeving.

De gemeente Leusden heeft op 28 september 2023 de Omgevingsvisie Gemeente Leusden vastgesteld. De omgevingsvisie bevat weinig uitgangspunten met betrekking tot geluid, behalve het behoud van rust en stilte in sommige gebieden. De komende jaren moeten de strategische ambities ten aanzien van geluid een plek krijgen in de omgevingsvisie.

 

In een Omgevingsprogramma wordt het operationele beleid opgenomen van de gemeente.

‘Hoe wil de gemeente de ambities en doelen bereiken?’

Deze geluidsnota bevat vooral operationeel beleid en uitwerking van kaders. Hiermee zou deze geluidnota aangemerkt kunnen worden als een programma, dan wel onderdeel wordt van een overkoepelend/samenhangend programma.

 

 

In het Omgevingsplan worden alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied opgenomen. Het Omgevingsplan bevat de algemene geldende en juridisch bindende regels in de gemeente.

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden de huidige bestemmingsplannen met een aantal verordeningen en de Bruidsschat opgenomen in het tijdelijk Omgevingsplan (zie toelichting hieronder). De gemeente heeft tot en met 2029 de tijd om een nieuw gemeente dekkend Omgevingsplan op te stellen.

 

Tabel 1.

Huidig geluidbeleid

Nieuw geluidbeleid

Instrumenten

Omgevingsvisie

Huidige Omgevingsvisie Gemeente Leusden

Uitgangspunt is om een passende geluidkwaliteit te realiseren en tegelijkertijd een gezonde akoestische leefomgeving te waarborgen.

Gezondheid: evenwichtige toedeling van functies aan locaties rekening moet worden gehouden met de gezondheid.

Omgevingsprogramma

Geluidnota voor wegverkeerslawaai en regels voor evenementen

Huidig geluidbeleid omgezet in ontwerp geluidregels plus uitwerking instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Tijdelijk Omgevingsplan

Bruidsschatregels geluid.

Definitief Omgevingsplan

Bijlage 1 tot en met 3 van de geluidnota bevat geluidregels die kunnen worden opgenomen in het definitieve deel van het omgevingsplan.

 

2.2 Passende geluidkwaliteit

De Omgevingswet bepaalt dat er bij de evenwichtige toedeling van functies aan locaties rekening moet worden gehouden met de gezondheid.

 

In de omgevingsvisie kunnen de toekomst de volgende overwegingen worden opgenomen. Langdurige blootstelling aan geluid kan nadelige gezondheidseffecten hebben. Hierbij kan gedacht worden aan een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Geluid kan ook de kwaliteit van bijvoorbeeld slapen en concentreren beïnvloeden. Het omgevingsplan dient onder andere zorg te dragen voor een leefomgeving die beschermd wordt tegen overmatige geluidshinder die afkomstig kan zijn van wegen, spoorwegen, milieubelastende activiteiten en evenementen/incidentele festiviteiten. De gemeente Leusden bewerkstelligt een gezonde fysieke leefomgeving onder andere door geluidregels op te nemen in het omgevingsplan.

 

Regelgeving tot 2024:

Op dit moment is regelgeving inzake geluid vastgelegd in onder andere de Wet geluidhinder, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het geluidbeleid van de gemeente Leusden met betrekking tot wegverkeerslawaai en het geluid bij evenementen. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet komen de Wet geluidhinder en het Activiteitenbesluit te vervallen. De regels uit de Wet geluidhinder worden inhoudelijk vernieuwd en geïntegreerd in de Omgevingswet en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

 

Tijdelijk Omgevingsplan:

De regels inzake geluid uit het huidige Activiteitenbesluit milieubeheer vervallen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en worden van rechtswege (automatisch) grotendeels opgenomen in het (tijdelijke deel van het) omgevingsplan van de gemeente. Deze tijdelijk oplossing – ook wel bruidsschat genoemd – wordt mogelijk gemaakt door het Invoeringsbesluit Omgevingswet. Hiermee wordt voorkomen dat er een leemte in de regelgeving ontstaat. Nadat betreffende bruidsschat van rechtswege onderdeel uitmaakt van het tijdelijke deel van het omgevingsplan, kan de gemeente vervolgens besluiten of zij deze regels wil behouden, wijzigen of laten vervallen. Het is van belang dat deze ‘bruidsschatregels’ worden aangepast aan de lokale situatie in de gemeente Leusden met oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

 

In afdeling 5.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn instructieregels opgenomen over hoe geluidnormering in het omgevingsplan moet of kan worden opgenomen. Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet beschikken de gemeenten dus al feitelijk over een omgevingsplan (= het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de gemeente). Het nieuwe deel van het omgevingsplan is eerst nog leeg. De regels in het nieuwe deel komen deels tot stand door bestaande regels uit het tijdelijke deel om te zetten naar het nieuwe deel. Daarnaast neemt de gemeente in het nieuwe deel nieuwe geluidregels op voor ruimtelijke ontwikkelingen en activiteiten. Deze regels zijn direct van toepassing op nieuwe activiteiten en ruimtelijke ontwikkelingen. Voor bestaande activiteiten gelden de bruidsschatregels.

 

Nieuw Omgevingsplan:

Met de instructieregels, afdeling 5.1, Besluit kwaliteit leefomgeving is bepaald hoe de geluidnormering in het omgevingsplan moet of kan worden opgenomen. Het gaat om de geluidnormering met betrekking tot verkeerslawaai en activiteiten (hierbij gaat het om alle activiteiten anders dan wonen die geluidhinder kunnen veroorzaken). De gemeente Leusden heeft geluidregels opgesteld met een geluidnormering die afgestemd is op de lokale situatie. De geluidregels die in het omgevingsplan worden opgenomen, dienen de inwoners van de gemeente Leusden te beschermen tegen geluidhinder. Uitgangspunt is dat de geluidregels goed aansluiten bij de ambities van de gemeente om een passende geluidkwaliteit te realiseren en tegelijkertijd een gezonde akoestische leefomgeving te waarborgen. In bijlage 1 t/m 3 van dit document staan de geluidregels die de gemeente Leusden gaat opnemen in het omgevingsplan.

 

In de Omgevingswet, afdeling 2.5 wordt verwezen naar instructieregels. Voor de gemeente zijn van belang de instructieregels welke zijn opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Dit besluit geeft inhoudelijke normen en instructieregels voor geluid die gelden voor omgevingsplannen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in normen en regels die opgenomen moeten worden in het omgevingsplan (standaardwaarden) en normen en regels die opgenomen kunnen worden in het omgevingsplan (zie bijlage 5). De normen en regels die opgenomen kunnen worden, bieden de gemeente ruimte om soepeler of strenger te zijn dan de standaard normen. Dit is het zogenoemde mengpaneel. Maar ook hier geldt dat de gezonde fysieke leefomgeving onderdeel is in de afweging van de vast te leggen geluidsnormen.

Het Besluit kwaliteit leefomgeving bevat ook een aantal geluidsartikelen die rechtstreeks werkend zijn.

De gemeente heeft in 2020 het geluidbeleid voor wegverkeerslawaai vastgesteld. Daarnaast heeft de gemeente in 2018 beleid en geluidregels vastgesteld voor evenementen. De regels uit de genoemde beleidstukken zijn inhoudelijk vernieuwd en deze kunnen worden geïntegreerd in het omgevingsplan.

 

Tabel 2.

Huidige Regelgeving

Nieuwe Regelgeving

Wet geluidhinder

Omgevingswet en

Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Nota geluidbeleid Wegverkeerslawaai gemeente Leusden maart 2019

Geluidregels omgevingsplan

Activiteitenbesluit

Besluit Activiteiten leefomgeving (BAL)

Bruidsschat tijdelijk Omgevingsplan

Geluidregels omgevingsplan

APV evenementen

Geluidregels omgevingsplan en APV

Evenementen beleid gemeente Leusden 2018

Geluidregels omgevingsplan

3. VERKEERSLAWAAI

3.1 Lokale infrastructuur

Gemeente Leusden omvat behalve de plaats Leusden zelf, de dorpen Achterveld, Leusden-Zuid, Stoutenburg, en een aantal buurtschappen. De gemeente Leusden ligt in de nabijheid van twee snelwegen, de A28 (ten westen van Leusden) en de A1 (ten noorden). Binnen de gemeente liggen verder twee provinciale wegen,

de Arnhemseweg (N226) en de Doornseweg (N227). De ontsluiting van het verkeer van het centrum van Leusden vindt met name plaats door de Groene Zoom, de Noorderinslag, de Middenweg, de Randweg, Maanweg, Hamersveldseweg en de Zuiderinslag (allen 50 km/uur wegen). Deze ontsluitingswegen zijn ook als zodanig aangelegd waardoor de ontsluiting in het verleden goed verliep. Door de steeds toenemende verkeersbewegingen beginnen op deze ontsluitingswegen knelpunten te ontstaan. Het gaat hierbij met name om de aansluiting van de Asschatterweg op de Middenweg, de aansluiting Noorderinslag op de Groene zoom en de aansluiting Zwarteweg op de Randweg. Ook het kruispunt Randweg, Groene zoom is een druk verkeerspunt.

 

Om inzicht te krijgen hoe hoog de geluidbelasting is als gevolg van het verkeerslawaai van deze ontsluitingswegen op de dichtstbijzijnde gelegen woningen en hoe dat in verhouding staat met de geluidnormering, heeft de RUD Utrecht op verzoek van de gemeente Leusden in 2021 een onderzoek uitgevoerd.

Voor dit onderzoek zijn de verkeersintensiteiten van de betreffende wegen door gemeente Leusden aangeleverd die gebaseerd zijn op tellingen die gedurende ca. 14 dagen op vaste punten zijn uitgevoerd. Voor de bepaling van de geluidbelasting van wegverkeerslawaai is gebruik van standaardrekenmethode 1 (SRM1

Uit het onderzoek is het volgende naar volgende naar voren gekomen:

  • de dichtstbijzijnde woningen (maatgevende woningen) liggen met name op meer dan 20 meter afstand van de betreffende wegen;

  • bij de meeste maatgevende woningen ligt de geluidbelasting ruim onder de 60 dB;

  • bij alle maatgevende woningen wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ingevolge de Wet geluidhinder overschreden;

  • bij alle maatgevende woningen wordt voldaan aan de maximaal toelaatbare geluidbelasting van 63 dB ingevolge de Wet geluidhinder.

Dat de geluidbelasting bij de meeste maatgevende woningen ruim onder de 60 dB ligt, is verklaarbaar doordat de meeste maatgevende woningen op voldoende afstand liggen van de betreffende wegen.

De wegen waar de woningen op voldoende afstand liggen zijn wegen die historisch gezien nog vrij recent zijn aangelegd (jaren 70/80/90). Alleen bij de Asschatterweg liggen de woningen vrij dicht bij de weg. De maatgevende woningen aan de Asschatterweg zijn waarschijnlijk in de jaren 60 of zelfs eerder gebouwd en toen was verkeerslawaai niet een onderwerp waar rekening mee werd gehouden bij woningbouw.

 

Binnen de gemeente Leusden ligt tevens een spoorlijn die uitsluitend dient voor de aan- en afvoer van auto’s en goederen per spoor voor een auto-importeur. In 2017 is ter ontsluiting van dit bedrijf, de Ben Pon Baan, in gebruik genomen. Met onder andere als doel dat alle trailers, het bedrijf bezoeken of verlaten via de toegang aan de Ben Pon Baan. Het overige verkeer gaat via de toegang aan de Zuiderinslag (de toegang aan de Klepelhoek is buiten gebruik gesteld). Door de aanleg van de Ben Pon Baan was het nodig om de aanwezige twee (lange) spoorlijnen te wijzigen in drie (korte) spoorlijnen. Het wijzigen van de ontsluiting heeft tot gevolg dat akoestisch gezien de situatie voor de bestaande woningen sterk is verbeterd.

 

In het dorp Achterveld gaat het meeste verkeer via de Hessenweg die overgaat in de Achterveldseweg. Dit is een drukke weg en deze weg heeft in het dorp een snelheidslimiet van 30 km/uur.

 

Deze drukke Hessenweg loopt ook door Stoutenburg en heeft ook daar een snelheidslimiet van 30 km/uur.

 

Langs het westelijke deel van Leusden-Zuid loopt de Arnhemseweg (N226). Dit is een drukke ontsluitingsweg. De Arnhemseweg (N226) loopt vanaf de A28 in zuidelijke richting naar Woudenberg. Het gedeelte tussen de Groene Zoom en de busbaan Tabaksteeg is recent heringericht om de verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid te verbeteren.

 

Uit het bovenstaande blijkt dat de gemeente Leusden diverse locaties heeft met een hoge verkeersdruk. Dit heeft tot gevolg dat nabij deze locaties bij ruimtelijke ontwikkelingen (realiseren van woningen of andere geluidgevoelige objecten) extra aandacht besteed moet worden aan het woon- en leefklimaat.

 

Figuur 2. Overzichtskaart snel-, en provinciale wegen

 

3.2 Overgang naar Omgevingswet (verkeerslawaai)

Voor wegverkeerslawaai met betrekking tot provinciale – en gemeentewegen (wegen met een snelheidsregime van 50 of meer km/uur) waren de geluidsnormen nu vastgelegd in de Wet geluidhinder en voor verkeerslawaai als gevolg van spoorwegen en rijkswegen zijn de betreffende regels vastgelegd in de Wet milieubeheer. Deze wetgeving blijft na het in werking treden van de Omgevingswet van belang in verband met het overgangsrecht.

 

Vigerende geluidsbeleid versus geluidregels omgevingsplan gemeente Leusden

Op 13 november 2020 is de “Nota geluidbeleid Wegverkeerslawaai gemeente Leusden maart 2019” gepubliceerd in het Gemeenteblad gemeente Leusden, nr. 296949 (Vastgesteld op 4 februari 2020). Dit beleid is van toepassing op gemeentewegen met een snelheidsregiem van 50 of meer km/uur gebaseerd en geeft geen aanvullende bescherming voor woonsituaties bij gemeentewegen met een maximum snelheid van 30 km/uur. Bij het inwerking treden van de Omgevingswet worden woonsituaties nabij verkeerswegen met een maximum snelheid van 30 km/uur in tegenstelling tot de Wet geluidhinder wel beoordeeld met betrekking tot verkeerslawaai.

 

In het Besluit kwaliteit leefomgeving zijn voor verkeerslawaai standaardwaarden geluid opgenomen. Deze komen enigszins overeen met de voorkeurgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. Met de Wet geluidhinder kon worden afgeweken van de voorgeschreven voorkeursgrenswaarde.

Ook het Besluit kwaliteit leefomgeving biedt de mogelijkheid om van de standaardwaarden af te wijken. Om te kunnen afwijken van deze standaardwaarden (minder streng) dienen afwijkende waarden in het omgevingsplan te worden opgenomen in de vorm van geluidregels. Voor de bepaling van de plandrempel is aansluiting gezocht bij de ruimte die de Wet geluidhinder bood om te kunnen afwijken van de voorkeurs-grenswaarden en de beleidsregels die de gemeente Leusden in 2020 heeft vastgesteld.

 

Wet milieubeheer/geluidproductieplafonds

Op 1 juli 2012 zijn de geluidregels voor de hoofdspoorwegen en snelwegen ingrijpend gewijzigd. Voor de hoofdspoorwegen en snelwegen zijn in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer regels opgenomen, die de introductie vormden van geluidsproductieplafonds (gpp’s). Gpp’s stellen een heldere grens over de toelaatbare hoeveelheid geluid en het tegengaan van een onbelemmerde groei van het geluid door verkeer. De gpp’s, brongegevens en relevante besluitinformatie zijn opgenomen in het zogenaamde geluidsregister. Deze gegevens (van belang i.v.m. aanwezigheid van snelwegen en spoorlijnen) zijn te raadplegen en te downloaden via het geluidsregister. De systematiek voor gpp’s voor de rijks infrastructuur wordt beleidsneutraal omgezet naar het systeem van de Omgevingswet. Deze systematiek wordt tevens van toepassing bij provinciale wegen. Voor de gemeente Leusden betekent dit dat de Arnhemseweg en de Doornseweg (provinciale wegen) worden voorzien van een geluidproductieplafond.

 

3.3 Verkeerslawaai Omgevingswet/Besluit kwaliteit leefomgeving

Geluid afkomstig van het wegverkeer wordt vaak als zeer hinderlijk ervaren en is een van de belangrijkste bronnen van omgevingslawaai. Blootstelling aan een te hoog geluidniveau kan behalve hinderlijk ook schadelijk voor de gezondheid zijn. Van belang is daarom om zo goed mogelijk rekening te houden met deze vorm van geluidshinder bij het ontwikkelen en wijzigen van de leefomgeving.

 

De Omgevingswet heeft met betrekking tot verkeerslawaai het doel om geluidsgevoelige gebouwen (o.a. woningen) te beschermen tegen verkeerslawaai. De nieuwe wetgeving heeft tevens als doel:

  • het voorkomen van de onbeheerste groei van geluidbelasting als gevolg van verkeer en,

  • de aanpak van bestaande geluidsgevoelige gebouwen met zeer hoge geluidbelastingen vanwege verkeer door het treffen van geluidsbeperkende maatregelen (sanering).

De beheersing van geluid van gemeentewegen wordt in de Omgevingswet geregeld door het bepalen van de basisgeluidemissie voor een bepaald referentiejaar. De Basis Geluid Emissie (BGE) wordt een nieuw instrument om de geluidsituatie van gemeentelijke wegen in kaart te brengen en te monitoren. Gekozen is voor een geluidmonitoring op emissieniveau. Elke 5 jaar moeten de gemeenten rapporteren over de ontwikkeling van de geluidemissie van hun wegennet. Bij een toename van meer dan 1.5 dB ten opzichte van de BGE zijn maatregelen nodig.

 

De basisgeluidemissies kunnen naast het gebruik voor monitoring ook als omgevingswaarden worden vastgelegd in het omgevingsplan. In het omgevingsplan van de gemeente Leusden zullen deze basisgeluidemissies niet als omgevingswaarden worden vastgelegd.

In het Besluit kwaliteit leefomgeving staan geluidsnormen als standaardwaarden vermeld (artikel 5.78t, zie bijlage 5) waar in het omgevingsplan in voorzien moet worden. Deze standaardwaarden kunnen in bepaalde situaties beperkend zijn voor het ontwikkelen van woningbouw nabij drukke wegen. Om dan toch woningbouw mogelijk te maken geeft het Besluit kwaliteit leefomgeving onder voorwaarden ruimte om af te wijken van deze standaardwaarden door het stellen van een plandrempel voor geluid (artikel 5.78v t/m Artikel 5.78aa, zie bijlage 5). Een voorwaarde is dan wel dat deze plandrempels in het omgevingsplan zijn opgenomen (instructieregel).

 

Naast het Besluit kwaliteit leefomgeving is het van belang om rekening te houden met de regels die de Provincie Utrecht heeft vast gelegd in de omgevingsverordening. In het Ontwerp provinciale omgevingsverordening 2022 is het volgende opgenomen:

Voor zover een omgevingsplan betrekking heeft op locaties gelegen binnen de Geluidscontour van provinciale wegen

  • a.

    zijn nieuwe geluidgevoelige gebouwen in het Geluidscontour buiten de bebouwde kom toegestaan tot een geluidsbelasting van maximaal 60 Lden op de gevel;

  • b.

    nieuwe geluidgevoelige gebouwen in het Geluidscontour binnen de bebouwde kom toegestaan tot een geluidsbelasting van 65 Lden op de gevel.

3.4 Geluidregels verkeerslawaai

In de gemeente Leusden liggen meerdere wegen met een hoge verkeersintensiteit. Dit heeft tot gevolg dat nabij deze wegen, met name bij ruimtelijke ontwikkelingen, extra aandacht moet worden besteed aan het woon- en leefklimaat van zowel aanwezige - als nieuwe woningen.

 

Om de evenwichtige toedeling van woonfuncties bij verkeerswegen (artikel 4.2 Omgevingswet) te bewerkstelligen heeft de gemeente Leusden gekozen om voor het omgevingsplan aanvullende geluidregels verkeerslawaai op te stellen die een verruiming toelaten van de standaardwaarden uit het Besluit kwaliteit leefomgeving. Nu is deze verruiming geregeld in de Wet geluidhinder en de nota geluidbeleid Wegverkeerslawaai gemeente Leusden uit 2019. Door het vervallen van de Wet geluidhinder bij het in werking treden van de Omgevingswet is het dus van groot van belang dat deze verruiming word vastgelegd in het definitieve deel van de omgevingsplan. Dit kan door de geluidregels verkeerslawaai (bijlage 1) vast te leggen in het omgevingsplan. De argumentatie van deze verruiming is gebaseerd op de voorwaarden die het Besluit kwaliteit leefomgeving op dit punt biedt, de ruimte die de Wet geluidhinder bood en de afweging om een goed leefklimaat te behouden. De extra geluidsruimte die wordt toegestaan bij een gevel die zwaar belast wordt door verkeerslawaai dient gecompenseerd te worden door aanvullende maatregelen. Het gaat dan om maatregelen zoals geluidsluwe gevels en geluidsluwe buitenruimten.

 

In bijlage 1 zijn de geluidregels verkeerslawaai opgesteld die deels gebaseerd zijn op de nota geluidbeleid wegverkeerslawaai gemeente Leusden uit 2019. Deze geluidregels zijn er om die evenwichtige afweging tussen het behoud van een gezonde (akoestische) leefomgeving en ruimte voor woningbouw te bewerkstelligen.

 

Het vaststellen van dergelijke regels biedt de volgende voordelen.

  • De gemeente moet elke aanvraag gelijkwaardig behandelen en beoordelen. Vooraf vastgelegde regels bieden initiatiefnemers duidelijkheid en versnellen de procedures;

  • De woonkwaliteit wordt geborgd door aanvullende eisen aan woningen op te leggen, bijvoorbeeld door de realisatie van een geluidsluwe gevel;

  • Bij rechtszaken kunnen vooraf vastgelegde regels een motivering voor het besluit van Burgemeester en wethouders bieden.

Indien bij geluidsgevoelige bebouwingen de standaardwaarde wordt overschreden tot een bepaalde plandrempel is het van belang dat de binnenwaarde wel aan de wettelijke standaardnorm voldoet. Met de invoering van de Omgevingswet vervalt het huidige Bouwbesluit 2012 en worden de technische bouwvoorschriften opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving, kortweg het Bbl. Bij het in werking treden van de Omgevingswet gaan de eisen voor de binnenwaarden op basis van het Besluit bouwwerken leefomgeving gelden. De binnenwaarde geldt voor de geluidsgevoelige ruimten van een woning.

 

Om te kunnen voldoen aan de binnenwaarden dient de buitengevel voldoende geluidswerend te zijn. Voor het bepalen van de geluidswering van de gevel wordt rekening gehouden met de cumulatie van de betrokken geluidsbronsoort zoals gemeentewegen, provinciale wegen, spoorwegen, snelwegen en/of industrieterreinen en andere aanwezige geluidsbronnen. Beoordeeld dient te worden of het gecumuleerde geluid aanvaardbaar is. Cumulatie is met name aan de orde, indien een geluidsgevoelig gebouw is gesitueerd binnen meerdere geluidaandachtsgebieden (van een weg, spoorweg of industrieterrein).

 

Tabel 3

Huidige Regelgeving

Nieuwe Regelgeving

Wet geluidhinder

Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Geluidregels verkeerslawaai definitieve deel omgevingsplan (standaardwaarden en plandrempels)

Bouwbesluit

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

4. INDUSTRIELAWAAI

4.1 Lokale situatie

De gemeente Leusden bestaat uit de woonkernen Achterveld, Leusden en Leusden Zuid en Stoutenburg. In de gemeente zijn bedrijven ten behoeve van dienstverlening, horeca en detailhandel, industrie en agrarische sector aanwezig.

 

Het buitengebied van de gemeente Leusden bestaat uit een westelijke deel dat gelegen is op de hellingen van de Utrechtse Heuvelrug en is grotendeels bedekt met bos en heidevelden en een oostelijke deel dat gelegen is in de Gelderse Vallei en vooral uit landbouwgrond bestaat. Naast agrarische activiteiten in het buitengebied zijn er bedrijven die toeristische activiteiten bieden. Bij een klein deel van de genoemde bedrijfsactiviteiten is er sprake van industrielawaai en is het van belang dat geluidhinder wordt voorkomen. Geluidhinder als gevolg van Industrielawaai dient zoveel mogelijk te worden beperkt.

 

Lokale situatie

De gemeente Leusden heeft zeven bedrijfsterreinen. Het gaat om de terreinen: De Horst, Princenhof, Paardenmaat, Ambachtsweg, Ruige Veld/Speelkamp, ’t Spiegel en de Fliert (Achterveld). De Buitenplaats en De Plantage zijn twee nieuwe bedrijfsterreinen die in ontwikkeling zijn. Daarnaast bevinden zich verspreid over de gemeente enkele kantoorlocaties en winkelcentra.

 

 

Figuur 3 Overzicht bedrijfsterreinen gemeente Leusden

 

De Horst, Princenhof, en Ruige Veld/Speelkamp zijn kantorenlocaties. ’t Spiegel is een gemengd bedrijventerrein met onder andere een tuincentrum en de gemeentewerf. Het Paardenmaat is een gemengd bedrijventerrein. Het terrein wordt aan de ene zijde begrensd door het spoor en aan de andere zijde door de Hamersveldseweg en het achterliggende buitengebied van Leusden. Op het terrein zijn ruim 30 bedrijven gevestigd, met name uit de branche groot- en detailhandel en reparatie van auto’s. Ambachtsweg is ook een gemengd bedrijventerrein en wordt omgeven door groen. De branche groot- en detailhandel en reparatie van auto’s zijn sterk vertegenwoordigd op dit terrein. Op het terrein zijn een kleine 30 bedrijven gevestigd.

 

Bedrijven met geluidhinderaspecten

Het aantal agrarische vergunningplichtige bedrijven zijn met de komst van het Activiteitenbesluit milieubeheer sterk afgenomen. In de gemeente Leusden zijn er nog vier grote agrarische bedrijven in het buitengebied met een omgevingsvergunning milieu. Deze agrarische bedrijven kunnen vooralsnog voldoen aan de geluidvoorschriften. Een industriële bakkerij en een groot importeerbedrijf voor auto’s zijn de twee grote bedrijven waarbij het geluid van de vervoersbewegingen en de ontsluiting in het verleden een grote rol speelde. De huidige geluidsituatie bij het importeerbedrijf voor auto’s is ten aanzien van de vervoersbewegingen en de ontsluiting verbeterd.

Bij een vereniging voor motorsport zijn geluidvoorschriften opgenomen in de omgevingsvergunning milieu. In de omgevingsvergunning milieu zijn vaste aantallen (motoren) per baan en op vaste tijden opgenomen. De vergunninghouder is zich bewust van de geluid en de impact op de leefomgeving. De vereniging houdt zelf toezicht op het maximaal geluidniveau van de crossmotoren. De omgevingsvergunning milieu met de daarbij behorende voorschriften zijn actueel en toereikend. Langs de Randweg is een theaterzaal gerealiseerd voor 825 bezoekers en een restaurant voor 680 gasten.

 

Gegeven de diversiteit van de omgeving van de gemeente Leusden is het van belang om bepaalde gebieden (gebieden met natuur/cultureel erfgoed/rustige woonwijken) te beschermen tegen overmatig geluid van bedrijfsactiviteiten. In andere gebieden zoals bedrijventerreinen, gebieden met landbouw/landbouw met verschillende agrarische nevenfuncties of gebieden met recreatie/horeca/detailhandel, is het gewenst dat er voldoende geluidsruimte geboden wordt voor de uitvoering van de bedrijfsactiviteiten.

 

Op grond van de genoemde diversiteit kan het grondgebied van de gemeente Leusden worden ingedeeld in negen gebiedstypen te weten: (de keuze van gebiedstype ligt niet vast en dient in overleg met de gemeente Leusden nader te worden bepaald)

 

Voorkeursalternatief RUD Utrecht

  • Rustige woonwijk;

  • Gemengd gebied wonen en bedrijven;

  • Agrarisch gebied;

  • Bedrijventerrein.

4.2 Overgang naar Omgevingswet industrielawaai

Om geluidshinder als gevolg van industrielawaai, met name bij woningen, te voorkomen dan wel te beperken zijn er diverse geluidregels vastgelegd in de wetgeving. Voor bedrijven waren deze regels, in afwachting van de Omgevingswet, vastgelegd in het Activiteitenbesluit en/of de aan het bedrijf verleende omgevingsvergunning.

 

Het Activiteitenbesluit is met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervangen door het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). In het Besluit activiteiten leefomgeving zijn geen voorschriften voor geluidnormering opgenomen. Om te voorkomen dat bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet hierdoor een leemte in de regelgeving voor bedrijfsmatige activiteiten zal ontstaan is de zogeheten “Bruidsschat” opgesteld. Deze bruidsschat is opgenomen in het Invoeringsbesluit en betreft een pakket aan regels dat vanaf 1 januari 2024 automatisch deel uitmaakt van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. De milieuregels in de bruidsschat zijn vergelijkbaar met de regels van het Activiteitenbesluit. De milieuregels in de bruidsschat hebben wel een breder toepassingsbereik door het vervallen van het begrip inrichting en het introduceren van het begrip milieubelastende activiteit.

 

In de inleiding is al aangegeven dat het van belang is dat de regels voor geluid in de bruidsschat worden vervangen door geluidregels die zijn aangepast aan de gemeentelijke situatie.

Gemeente Leusden stelt daarom geluidregels op die de geluidregels uit de bruidsschat vervangen en die voldoen aan instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

4.3 Industrielawaai Omgevingswet/Besluit kwaliteit leefomgeving

De Omgevingswet staat voor een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Om dit te bereiken bevat de Omgevingswet regels en instrumenten om zo de gewenste geluidskwaliteit, in samenhang met andere belangen, in stand te houden dan wel te ontwikkelen. Eén van die instrumenten is het omgevingsplan.

 

De gemeente zorgt ervoor dat in het omgevingsplan regels staan die nodig zijn voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2 Omgevingswet).

 

Door een evenwichtige toedeling van functies aan locaties zal geluidsoverlast die gerelateerd is aan de activiteiten van bedrijven beperkt worden. Bij het ondervinden van geluidsoverlast van bedrijven speelt het functionele gebruik van het gebied waar het bedrijf is gevestigd een grote rol. Zo zal in een gebied met de functie rustige woonwijk eerder geluidsoverlast worden ervaren als daar lawaai makende bedrijfsactiviteiten plaatsvinden dan bij een functie bedrijventerrein met woningen.

 

Naast een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan dienen de in het omgevingsplan op te nemen regels voor activiteiten op een locatie te voldoen aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

In het Besluit kwaliteit leefomgeving staan standaardwaarden voor het toelaatbare geluid op een geluidsgevoelig gebouw veroorzaakt door bedrijfsactiviteiten (artikel 5.65, zie bijlage 5). De gemeente dient deze standaardwaarden in het omgevingsplan op te nemen.

 

Bij het toelaten in het omgevingsplan van geluidsgevoelige gebouwen dient, naast de beoordeling of er sprake is van een evenwichtige toedeling, te worden beoordeeld of de bestaande bedrijfsactiviteiten kunnen blijven voldoen aan de standaardwaarden uit het omgevingsplan (of in de omgevingsplan vastgelegde afwijkende waarden). Dit geldt ook andersom. Bij het toelaten van bedrijfsactiviteiten in het omgevingsplan mogen de bedrijfsactiviteiten geen geluidsoverlast veroorzaken bij de in de omgevingsplan vastgelegde geluidgevoelige gebouwen. Dit wordt bewerkstelligd doordat de in het omgevingsplan opgenomen standaardwaarden/afwijkende waarden niet overschreden mogen worden.

 

Het Besluit kwaliteit leefomgeving geeft de ruimte om, afhankelijk van de locatie en de activiteit, af te wijken van de standaardwaarde (het zogeheten mengpaneel, de mogelijkheid om eigen afwegingen te maken binnen het thema geluid, zie bijlage 5, artikel 5.66). De afwijkende waarden kunnen hoger dan wel lager liggen dan de standaardwaarden. Indien geen afwijkende waarden in het omgevingsplan zijn opgenomen is er geen ruimte om een geluidsgevoelig gebouw toe te laten wanneer de gevelbelasting bij een mogelijke nieuwe geluidgevoelig gebouw hoger ligt dan de standaardwaarde. Daartegenover kan een lagere waarde voor de geluidbelasting in het omgevingsplan (dus strenger) zorgen dat bepaalde lawaai makende bedrijfsactiviteiten niet plaatsvinden in een gebied waar dat onwenselijk is. Indien het omgevingsplan geen ruimte biedt voor hogere waarde dan de standaardwaarde, kan het dus gebeuren dat bijvoorbeeld een transformatie van een kantoorgebouw, gelegen aan de rand van een bedrijventerrein, naar appartementen niet mogelijk is vanwege het beperken van de geluidruimte van omliggende bedrijven. Omgekeerd kan het ook zo zijn dat het bijvoorbeeld raadzaam is om geen medewerking te verlenen aan de vestiging van een bedrijf in een zeer rustige woonwijk.

 

Uit het bovenstaande blijkt dat niet op alle locaties de standaardwaarden voor een activiteit leiden tot het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten. De gemeente kan dus op basis van het Besluit kwaliteit leefomgeving gemotiveerd kiezen voor afwijkende waarden. Hierbij geldt de voorwaarde dat er sprake is van aanvaardbaar geluid op geluidsgevoelige gebouwen. Bij afwijkende waarden die hoger liggen dan de standaardwaarden, geldt tevens de voorwaarde dat in ieder geval voldaan moet worden aan de grenswaarden voor het binnen geluidsniveau. Deze grenswaarden gelden voor het binnen geluidsniveau in geluidsgevoelige ruimten van omliggende woningen en dienen in het omgevingsplan te worden vastgelegd.

 

Redenen voor een afwijkende waarde (strenger of ruimer) kunnen zijn:

  • beschermen van een rustige woonwijk;

  • mogelijkheden voor bedrijvigheid in een gemengd gebied (wonen en werken) en

  • het voorkomen van een ongewenste geluidbelasting door meerdere activiteiten samen (cumulatie).

4.4 Gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai

Om de evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2 Omgevingswet) te bewerkstelligen heeft de gemeente Leusden onder andere gekozen voor gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai. Dit houdt in dat, afhankelijk van de functie van het gebied en de bedrijfsactiviteiten, een passende geluidskwaliteit wordt vastgelegd om zo een zo optimaal mogelijk woon- en leefklimaat voor de inwoners te bewerkstelligen en om een goede omgevingskwaliteit te bereiken dan wel in stand te houden.

 

In bijlage 2 worden deze gebiedsgerichte geluidregels weergegeven.

 

Bij gebiedsgerichte geluidregels wordt per gebiedstype een afwijkende geluidswaarde, ten opzichte van de in het omgevingsplan vastgelegde standaardwaarde, vastgesteld. Bij ontwikkelingen binnen mogelijke gebiedstypen vormt de afwijkende geluidswaarde, naast de standaardwaarde en grenswaarde voor de binnenwaarden, dan ook het toetsingskader.

 

Onder paragraaf 3.3 Lokale situatie is een indeling gemaakt van de gebiedstypen voor de gemeente Leusden. Deze gebiedstypen vormen het uitgangspunt voor de gebiedsgerichte geluidregels. De gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai van de gemeente Leusden geven de geluidsnormering aan voor industrielawaai per gebiedstype.

 

De mogelijke afwijkende geluidswaarden per gebied zijn gebaseerd op de geluidskwaliteit die de gemeente voor het betreffende gebied nastreeft. Dit geeft de gemeente de ruimte om in te spelen op knelpunten op het gebied van industrielawaai. Bijkomend voordeel is dat in de gevallen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, waarbij het referentieniveau van het omgevingsgeluid bepalend kan zijn, het referentieniveau niet meer bepaald hoeft te worden omdat het aangevraagde geluidsniveau wordt getoetst aan het (voor dat gebied) omschreven geluidsniveau.

 

De gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai geven duidelijkheid over de mogelijkheden van bedrijvigheid, in relatie tot de bescherming van de bewoners tegen een te hoge geluidbelasting door bedrijven en industrie. Het is belangrijk dat zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten de geluidregels voor industrielawaai duidelijk zijn en leiden tot integer handelen.

 

Voor bijzondere en afwijkende activiteiten en situaties blijft maatwerk voor gecompliceerde bedrijven mogelijk. Activiteiten die het omgevingsplan toestaat kunnen ook een relatie hebben met activiteiten waar het Rijk regels over stelt. Zo kunnen de werkzaamheden binnen een bedrijf een milieubelastende activiteit zijn waarvoor algemene rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving zijn opgenomen.

 

De gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai hebben betrekking op de in de gemeente Leusden aanwezige bedrijven. Volgens het bedrijvenbestand van Leusden (registratie Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht) vallen de meeste bedrijven in de gemeente Leusden nu onder het Activiteitenbesluit. Het gaat met name om agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, dienstverlening en kantoren. Er zijn ook een aantal milieu-vergunningplichtige bedrijven aanwezig.

 

Tabel 5

Huidige Regelgeving

Nieuwe Regelgeving

Activiteitenbesluit

Besluit Activiteiten leefomgeving (geluidaspecten zeer beperkt)

Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Geluidregels industrielawaai definitieve deel omgevingsplan (standaardwaarden en grenswaarden)

Wet milieubeheer vergunningplicht

Maatwerk omgevingsplan

 

4.5 Festiviteiten/evenementen bij bedrijven

Een afwijkende vorm van industrielawaai is geluid van festiviteiten die plaatsvinden bij bedrijven. Voor het houden van een festiviteit als een bijbehorende activiteit binnen het bedrijf zijn gebiedsgerichte geluidregels niet geschikt. Gekozen is voor specifieke geluidregels voor festiviteiten. Deze geluidregels worden toegelicht in hoofdstuk 6.

 

4.6 Mobiel breken

Puin breken met behulp van een mobiele puinbreker kan ook worden beschouwd als industrielawaai. De geluidnormering voor mobiel breken is in de vigerende wetgeving vastgelegd in artikel 8.3. van het Bouwbesluit 2012. Bij mobiel breken gaat het om het breken van steenachtige materiaal dat vrijkomt bij het slopen van bouwwerken of wegen.

 

In de Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn regels voor het mobiel breken van bouw- en sloopafval opgenomen.

Volgens artikel 7.27 van het Besluit bouwwerken leefomgeving is een breekinstallatie mobiel als deze:

  • in de directe omgeving van het te slopen bouwwerk of weg staat;

  • maximaal 3 maanden op deze plaats staat, anders is het geen mobiele, maar een permanente breekinstallatie.

Geluidregels voor mobiel breken

Artikel 7.39 van het Besluit bouwwerken leefomgeving gaat over geluidhinder en stelt regels over wanneer en hoe vaak mobiel mag worden gebroken. Zo mag bijvoorbeeld alleen op werkdagen tussen 7.00 en 19.00 uur worden gebroken. Omdat voor deze activiteit al voorwaarden met betrekking tot de geluidbelasting zijn opgenomen, wordt in het omgevingsplan hierover niets opgenomen.

5 INSTALLATIE GELUID BIJ WONINGEN

5.1 Installaties voor warmte- of koudeopwekking

In Nederland worden zowel in de nieuwbouw als in bestaande woningen projecten ontwikkeld om duurzaam te wonen. Nieuwe bouwprojecten worden ontwikkeld zonder gaslevering, waardoor andere vervangende verwarmingssystemen moeten worden toegepast. Eén hiervan is de toepassing van warmtepompen.

 

Installaties voor warmte- of koudeopwekking worden vaak tegen de buitengevel van de woning gemonteerd, bijvoorbeeld aan de voorzijde van de woning of aan de achtergevel in de tuin. Ook kunnen ze los van de woning in de tuin worden geplaatst of op een vrijstaande schuur. Dergelijke installaties die buiten zijn opgesteld, kunnen leiden tot geluidoverlast in de directe omgeving.

 

5.2 Huidige regelgeving/Omgevingswet

In de laatste wijziging van het Bouwbesluit 2012 zijn regels opgenomen met betrekking tot warmtepompen en airco’s (installaties voor warmte- of koudeopwekking) die buiten worden opgesteld. Deze voorschriften gelden vanaf 1 april 2021 voor nieuw te plaatsen installaties bij nieuwbouw en bevatten een geluideis van 40 dB op de perceelgrens.

 

De wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 zijn ook verwerkt in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), de opvolger van het Bouwbesluit 2012 onder de Omgevingswet. Beoogd is om de bepalingen neutraal en technisch om te zetten naar het Besluit bouwwerken leefomgeving.

 

5.3 Installatiegeluid bij bestaande woningen

Ook bij bestaande bouw worden installaties voor warmteopwekking of koeling toegepast. In de nota van toelichting met betrekking tot de bovengenoemde aanpassingen van het Bouwbesluit (toelichting Stb. 2020, 189) staat vermeld dat de nieuwe voorschriften voor installatiegeluid ook gelden voor het plaatsen van deze installaties bij bestaande woningen, bijvoorbeeld in het kader van de energietransitie.

Voor utiliteitsbouw wordt de betreffende geluidsemissie gereguleerd via de Wet milieubeheer. In het Bouwbesluit 2012 worden daarom geen aparte eisen opgenomen voor utiliteitsbouw.

 

Voor bestaande installaties is in het Bouwbesluit niets geregeld uitgaande en geldt n het principe van verworven rechten.

6 LAAG FREQUENT GELUID

Steeds vaker krijgen we te maken met geluidklachten die gaan over laagfrequent geluid (LFG). De laatste jaren maken mensen zich meer zorgen over de effecten van bromtonen in hun leefomgeving. Ook landelijk maar ook in het buitenland worden vaker geluidhinder van bromtonen gemeld.

 

In Nederland komen de meldingen onder andere binnen bij de GGD, de gemeenten en omgevings- /uitvoeringsdiensten. Hinder van een bromtoon kan leiden tot nadelige gezondheidseffecten. Om inzicht te krijgen in LFG klachten heeft de RUD Utrecht een protocol Laagfrequent geluid opgesteld (dit document is toegevoegd als extra bijlage).

 

Het belangrijkste onderdeel van dit protocol is het stappenplan LFG klachten.

Het stappenplan omvat een standaard werkwijze en geeft onder andere aan:

  • -

    hoe een klacht over LFG geluid afgehandeld dient te worden binnen de gemeente en

  • -

    hoe deze klacht wanneer deze is overgedragen aan de RUD Utrecht, verder door de RUD Utrecht afgehandeld moet worden (meetprotocol, verwerking metingen, toetsing normen, rapportage).

De gemeente Leusden zal geluidklachten over laagfrequent geluid conform het protocol LFG van de RUD Utrecht behandelen.

7 EVENEMENTEN

7.1 Huidige regelgeving

Naast verkeer en industriegeluid kunnen horecabedrijven en buitenevenementen binnen de gemeente Leusden ook een bron van geluidoverlast zijn.

 

Jaarlijks worden in de gemeente Leusden verschillende evenementen georganiseerd waarbij geluid een rol speelt, zoals bijvoorbeeld carnaval in Achterveld, Puddingpop en Koningsdag en de Jaarmarkt. Ook wordt zo nu en dan een circus of kermis georganiseerd. Daarnaast is er een aantal horecabedrijven in Leusden en in Achterveld die regelmatig een festiviteit organiseren. Het zal duidelijk zijn dat het geluidkarakter van een evenement bepalend kan zijn bij het verlenen van een evenementenvergunning. Zo zal er meer geluid geproduceerd worden bij een popfestival dan bij een autotentoonstelling (versterkte of akoestische muziek)

 

Incidentele festiviteiten

Bij festiviteiten bij bedrijven gaat het over het algemeen over festiviteiten bij horeca- en sport-gelegenheden. Deze bedrijven vallen nu onder het Activiteitenbesluit waarin geluidvoorschriften zijn opgenomen.

In de huidige verordening zijn voor een bedrijf maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar toegestaan. Bij incidentele festiviteiten zijn de geluidnormen enigszins verruimd.

 

Evenementen

Evenementen in de openbare ruimte kunnen overlast veroorzaken voor de omgeving door bijvoorbeeld verkeershinder of geluidoverlast. Veelal is er voor een evenement een evenementenvergunning nodig in het kader van de openbare orde en veiligheid. Wanneer er sprake is van een evenement en er vinden tijdens het evenement lawaai makende activiteiten (muziekband, kermis, autocross e.d.) plaats, zijn er aanvullende geluidregels vastgelegd. In de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Leusden is opgenomen dat het verboden is om zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. De burgemeester of het bevoegde bestuursorgaan kan een vergunning weigeren op grond van artikel 1.8 van de verordening in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.

 

Inpandig evenement

Bij inpandige voor het publiek toegankelijke feesten en bij afwijkend gebruik van de reguliere functie van het pand is een gebruiksmelding nodig en moet aan het Bouwbesluit worden voldaan. Voor het incidenteel in gebruik nemen van panden voor evenementen moet een evenementenvergunning worden aangevraagd.

 

7.2 Overgang naar Omgevingswet (evenementenlawaai)

De regels uit de huidige verordening komen met de invoering van de Omgevingswet en met het vaststellen van een omgevingsplan te vervallen (zie Evenementen).

 

Incidentele festiviteiten en Evenementen

 

Bij het inwerking treden van de Omgevingswet geldt voor geluid bij evenementen/festiviteiten de volgende indeling:

  • 1.

    Festiviteiten bij bedrijven voor maximaal 12 x/per jaar (in de huidige regelgeving bekend als incidentele festiviteiten);

  • 2.

    In het omgevingsplan aangewezen festiviteiten (in de huidige regelgeving bekend als collectieve festiviteiten) en

  • 3.

    Overige evenementen.

Ad 1. en 2.

Voor de festiviteiten genoemd onder 1. en 2. gelden voor geluid de standaardwaarden en grenswaarden ingevolge artikel 5.65 uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (zie tevens bijlage 2, artikel 2 en 3).

In het Besluit kwaliteit leefomgeving is in artikel 5.68 aangegeven dat een omgevingsplan kan bepalen dat voor het houden van festiviteiten genoemd onder 1. en 2. afwijkende geluidwaarden opgenomen kunnen worden.

 

7.3 Geluidregels festiviteiten en evenementen

Om de evenwichtige toedeling van festiviteiten en evenementen bij geluidgevoelige gebouwen (artikel 4.2 Omgevingswet) te bewerkstelligen heeft de gemeente Leusden gekozen om aanvullende geluidregels voor festiviteiten en evenementen op te stellen.

 

De geluidregels hebben betrekking op incidentele festiviteiten bij bedrijven en evenementen in de openbare ruimte of een inpandig evenement. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de omvang van het evenement en moeten geluidsnormen realistisch en maatschappelijk acceptabel zijn.

 

De evenementen/festiviteiten worden in drie geluidkarakters ingedeeld namelijk:

 

Cat 1. Evenementen zonder elektronische versterkte muziek- en installatiegeluiden.

 

Cat 2. Evenementen met elektronische versterkte achtergrond)muziekgeluiden en installatiegeluiden,

 

Cat 3. Evenementen met elektronische versterkte muziekgeluiden en installatiegeluiden, zoals bijvoorbeeld de feestavonden met Dj’s en (pop) concertavonden zoals bijvoorbeeld Tentfeesten

 

  • NB: Bovenstaande indeling is afwijkend van de geluid categorie indeling naar de zwaarte van het evenement (A,B en C).

Geluidsnormen realistisch en maatschappelijk acceptabel

Bij het bepalen van de geluidsnormen voor een festiviteit of een evenement speelt het dilemma dat deze realistisch en maatschappelijk acceptabel moeten zijn. De geluidsnormen zijn daarom toegespitst op de verschillende soorten festiviteiten/evenementen die de gemeente Leusden kent.

De geluidsnormen moeten enerzijds realistisch zijn. Dit houdt in dat het evenement volgens de beoogde bedrijfsvoering moet kunnen plaatsvinden.

De geluidsnormen moeten anderzijds maatschappelijk acceptabel zijn. Er moet sprake zijn van een zorgvuldige belangafweging. Dit houdt in dat indien voldaan wordt aan de (verruimde) geluidsnormen op voorhand geen onduldbare geluidhinder te verwachten is.

 

7.4 Onduldbare geluidhinder

Om te komen tot een afweging welke geluidsniveaus als gevolg van evenementenlawaai acceptabel zijn bij geluidgevoelige gebouwen is er voor gekozen om de 'Nota evenementen met een luidruchtig karakter' van de Inspectie milieuhygiëne Limburg te gebruiken.

 

In de 'Nota evenementen met een luidruchtig karakter' staat dat een duldbare situatie wordt bereikt bij een geluidbelasting op de gevel van een woning van maximaal 75 dB(A) en een geluidbelasting binnen in de woning van maximaal 50 dB(A). Daarboven wordt het geluid aangeduid als zijnde onduldbaar. Voor de echte herriemakers is 75 dB(A) iets te laag.

 

Om dergelijke evenementen toch in Leusden te kunnen laten plaatsvinden, wordt hiervoor een extra geluidruimte van 5 dB(A) toegekend met dien verstande dat er strikt op toe moet worden gezien dat het aantal grote evenementen (geluidcategorie 3) per jaar beperkt blijft tot max. 12 per jaar in de gemeente.

 

In bijlage 3 artikel 4 zijn de geluidregels voor incidentele festiviteiten en evenementen weergegeven.

 

7.5 Geluidsnorm dB(C) (lage tonen)

Om de hinder vanwege lage tonen te beperken wordt de normeenheid dB(C) naast de dB(A) ingevoerd. Dit heeft te maken met het frequentiespectrum van muziekgeluid en de hinderbeleving van lage frequenties. Tijdens de evenementen in de buitenlucht dempen de midden en hoge tonen sneller en beter dan lage tonen die vaak veroorzaakt worden bij ‘dance’ muziek. Bij dance muziek zitten meer lage tonen in het muziekspectrum en dit geeft in de omgeving meer geluidhinder.

 

Dit soort muziek heeft als effect dat vooral op een wat grotere afstand de lage tonen hoorbaar zijn. Deze lage tonen dringen ook gemakkelijker door in geluidsgevoelige gebouwen terwijl hogere tonen daarentegen doorgaans door de muren worden tegengehouden. Lage tonen (bassen) zijn daarom veelal bepalend voor de hinderbeleving in de omgeving.

 

Om de lage tonen in te perken wordt een dB(C) norm toegepast (dit wordt op grond van de huidige geluidbeleidsregels al in de gemeente Leusden toegepast en is tevens in de APV opgenomen. dB(C) norm van 83 (cat 2) en 93 (cat 3) dB(C), deze zijn gebaseerd op ervaringen van geluidmetingen en van andere gemeenten die ook een dB(C) norm hanteren. Door het gebruik van de dB(C)norm wordt het aandeel lage tonen ingeperkt. Deze inperking is echter niet zodanig dat muziekevenementen niet meer tot hun recht komen. In het omgevingsplan zal de dB(C) norm worden opgenomen.

 

Voor alle op een locatie toegelaten evenementen geldt dat het geluid op geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar moet zijn. In het Bkl staan instructieregels voor geluid van activiteiten zoals evenementen. De regels in het Bkl richten zich op geluidgevoelige gebouwen.

 

Een omgevingsplan voorziet erin dat het geluid door een activiteit op geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. Er is sprake van aanvaardbaarheid als wordt voldaan aan standaardwaarden en afwijkende waarden die in het omgevingsplan voor activiteiten zijn opgenomen. In artikel 5.63, lid 2 Bkl is aangegeven voor welke activiteiten geen standaardwaarden en/of afwijkende waarden gelden. Hierbij gaat het, onder andere, om:

 

  • Evenementen in een openbare buitenruimte (zoals een park, een straat of plein, artikel 5.63, lid 2 onder a Bkl);

  • Evenementen op een niet openbare locatie die normaal gesproken niet voor evenementen is bedoeld. Voorbeelden hiervan zijn een festival op een weiland of een niet-openbaar veld of een feest in een leegstaand bedrijfspand. (artikel 5.63, lid 2 onder b Bkl);

  • Andere festiviteiten dan artikel 5.68 Bkl.

Voor de bovenstaande situaties is het van belang dat het omgevingsplan geluidregels bevat om overmatige geluidhinder te voorkomen.

 

Op basis van de festiviteitenregeling (artikel 5.68 Bkl) kan de gemeente het volgende regelen:

 

Dat de immissiewaarden uit het omgevingsplan voor die activiteit niet gelden bij specifieke festiviteiten. Voorbeelden hiervan zijn carnaval of Koningsdag. Dat de immissiewaarden voor maximaal 12 festiviteiten niet gelden. Bijvoorbeeld als deze plaatsvinden bij een op die locatie toegelaten horeca-activiteit.

 

Deze laatste toepassing van de festiviteitenregeling kan per locatie, per gebied of per activiteit of een combinatie daarvan uitgewerkt worden.

 

7.6 Collectieve festiviteiten

De gemeente Leusden heeft in de APV vastgelegd dat Burgemeester en wethouders jaarlijks collectieve festiviteiten kunnen aanwijzen die niet specifiek aan één of een aantal horecabedrijven zijn verbonden, zoals Koningsdag, Carnaval en Bevrijdingsdag. Door deze aanwijzing kunnen horecabedrijven, sportgelegenheden en evenement organisaties festiviteiten ontplooien die afgestemd zijn op de landelijke festiviteiten.

 

Aangewezen collectieve festiviteiten in de gemeente Leusden zijn: Koningsdag, Bevrijdingsdag, Carnaval en Oud en Nieuw.

 

De huidige geluidnormen zoals deze nu in de APV van de gemeente Leusden voor Collectieve festiviteiten zijn opgenomen zullen na aanpassing van de terminologie ongewijzigd in het omgevingsplan worden opgenomen (zie bijlage 3, artikel 6).

 

7.7 Incidentele festiviteiten

Voor de incidentele festiviteiten bij bedrijven (binnen in een gebouw of in de openlucht nabij het bedrijf) heeft de gemeente in de huidige APV geluidregels opgenomen.

Een bedrijf kan nu maximaal 6 dagen of dagdelen per kalenderjaar een incidentele festiviteiten in- of op het terrein van het bedrijf houden, waarbij de geluidsnormen ten opzichte van de huidige regelgeving bedoeld in de artikelen 2.17, 217a, 2.19, 219a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4:5 niet van toepassing zijn. Bij incidentele festiviteiten zijn de geluidnormen enigszins verruimd.

 

De huidige geluidnormen zoals deze nu in de APV van de gemeente Leusden voor incidentele festiviteiten zijn opgenomen zullen na aanpassing van de terminologie ongewijzigd in het omgevingsplan worden opgenomen (zie bijlage 3, artikel 4).

 

7.8 Onversterkte muziek

Onversterkte of akoestische muziek is muziekgeluid dat voort wordt gebracht zonder dat het geluid elektrisch wordt versterkt. Het gebruik van onversterkte muziekgeluiden betekent niet dat het geluid geen geluidhinder kan veroorzaken. Zo zal een pianist zonder elektronische versterking minder geluidhinder veroorzaken dan een blazerskapel.

 

De huidige geluidnormen zoals deze nu in de APV van de gemeente Leusden voor onversterkte muziekgeluiden zijn opgenomen zullen, na aanpassing van de terminologie, ongewijzigd in het omgevingsplan worden opgenomen (zie bijlage 3, artikel 7).

8 STEMGELUID

8.1 Algemeen

Het menselijk stemgeluid neemt een aparte positie in bij de beoordeling van geluidhinder. Bij onder andere horecabedrijven met een terras, sportvelden, schoolpleinen en speelplaatsen kan menselijk stemgeluid bij geluidgevoelige gebouwen tot overlast leiden.

 

De aparte positie van menselijk stemgeluid bij de beoordeling van geluidhinder is ten eerste gelegen in de specifieke hinderlijkheid (de dynamiek van een stem, de lading van het gesprokene). Daarnaast blijkt beheersing van deze vorm van geluidhinder via (gedrags)voorschriften in de praktijk een lastige zaak.

 

8.2 Huidige regelgeving Algemeen

Het handhavingsprobleem met betrekking tot overlast van stemgeluid is de reden dat voor dergelijke overlast in de vigerende milieuwetgeving geen toetsingskader en/of gedragsregels zijn vastgesteld. Door de overheid is daarom gekozen om overlast als gevolg van stemgeluid via het ruimtelijke ordeningsspoor te beperken. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet aangetoond worden dat er sprake blijft van een aanvaardbare akoestische kwaliteit bij de bestaande geluidsgevoelige bestemmingen. De VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten)-brochure "bedrijven en milieuzonering" is hierbij een belangrijk hulpmiddel. Wordt aan de richtafstanden van deze brochure voldaan, dan kan in de meeste gevallen worden aangenomen dat het akoestisch klimaat bij de bestaande geluidsgevoelige bestemming(en) voldoende is en dat de betreffende activiteit met stemgeluid daar kan plaatsvinden zonder (vergaande) voorschriften in het milieuspoor.

 

8.3 Overgang naar Omgevingswet (stemgeluid)

In de Omgevingswet zijn voor stemgeluid geen geluidsnormen en/of gedragsregels vastgesteld. In het artikel op waarden die het omgevingsplan bevat voor geluid door een activiteit op geluidgevoelige gebouwen.

5.73 van het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt onversterkt menselijk stemgeluid niet van toepassing verklaard

Van belang is dat bij het willen toestaan van nieuwe activiteiten in het omgevingsplan, zoals horecabedrijven met een terras, sportvelden, schoolpleinen, speelplein/-plaats en buitenzwembaden, een bepaalde mate van geluidhinder door menselijk stemgeluid wordt afgewogen tegen het sociale/maatschappelijke belang van de activiteit naast de bereikbaarheid van de activiteit. Voor deze afweging heeft de Omgevingswet geen toetsingskader. Van belang is dat in het vooroverleg om bij nieuwe activiteiten, zoals hier boven vermeld zijn of bij de bouw van geluidsgevoelige objecten in de nabijheid van betreffende activiteiten, het stemgeluid te toetsen aan de afstandseisen die in bijlage 4 zijn opgenomen.

9 OVERIGE GELUIDHINDER

9.1 Algemeen

Naast de genoemde gedefinieerde geluiden zijn er ook geluiden die door het gebruik van toestellen of geluidsapparaten of handelingen te verrichten (m.u.v. van bedrijven waar andere wet en regelgeving op van toepassing is) waardoor voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan langdurig klussen aan een woning van de buren, of onderhoudswerkzaamheden aan een spoorlijn.

 

9.2 Huidige regelgeving

De huidige regels zoals deze nu in de APV van de gemeente Leusden voor Overige geluidhinder zijn opgenomen zullen, na aanpassing van de terminologie, ongewijzigd in het omgevingsplan worden opgenomen (bijlage 3 artikel 10).

Bijlage 1. Geluidregels verkeerslawaai omgevingsplan gemeente Leusden

 

Toepassingsbereik

 

Artikel 1

Onderstaande geluidregels hebben betrekking op geluidsemissie van verkeerswegen en gelden voor het omgevingsplan van de gemeente Leusden en zijn tevens van toepassing op:.

  • een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit;

  • een besluit tot wijzing van een omgevingsplan dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen toelaat waarop het geluid hoger is dan de standaardwaarde;

  • een omgevingsplan dat een toename van de verkeersintensiteit veroorzaakt op een weg waardoor op geluidgevoelige gebouwen het geluid als gevolg van die toename van de verkeersintensiteit met meer dan 1,5 dB toeneemt (artikel 5.78af, Bkl);

  • een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit dat dat nieuwe geluidgevoelige gebouwen toelaat waarop het geluid hoger is dan de standaardwaarde;

  • een verkeersbesluit (op basis van artikel 21a, BABW) inzake het wegverkeer, dat leidt tot een toename van het geluid door een weg in beheer bij de gemeente met meer dan 1,5 dB en

  • een wijziging van een gemeenteweg. l).

Nieuw geluidsgevoelig gebouw

 

Artikel 2

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw wordt toegestaan, indien de geluidbelasting op een geluidgevoelig gebouw niet hoger is dan de standaardwaarde, bedoeld in tabel A.

 

Tabel A Standaardwaarde

Geluidsbronsoort

standaardwaarde

Gemeentewegen

53 Lden

Rijkswegen en provinciale wegen

50 Lden

Hoofdspoorwegen

55 Lden

 

Artikel 3

Onder een nieuw geluidsgevoelig gebouw wordt ook verstaan vervangend nieuwbouw en een geluidsgevoelig gebouw dat ontstaat door het omzetten van een niet geluidgevoelig gebouw naar een geluidgevoelig gebouw (functiewijziging gebouw).

 

Artikel 4

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw met een geluidbelasting die hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in artikel 2, tabel A, is toegestaan als:

  • a)

    een geluidrapport is opgesteld waaruit de mate van geluidbelasting op het geluidgevoelige gebouw blijkt en inzicht geeft in de maatregelen die worden genomen met het oog op de bescherming van de gezondheid en;

  • b)

    het geluid op het geluidgevoelige gebouw niet hoger is dan de plandrempel, als bedoeld in tabel B en er wordt voldaan aan de voorwaarden uit tabel C.

Tabel B Plandrempel

 

Geluidbronsoorten

Plandrempelwaarde

Gemeentewegen

68 dB Lden

Rijkswegen en provinciale wegen

60 dB Lden

Hoofdspoorwegen

65 dB Lden

 

Tabel C Overschrijding standaardwaarden toegestaan

 

Overschrijding standaardwaarden is toegestaan als

  • -

    geen geluidsbeperkende maatregelen kunnen worden getroffen om aan de standaardwaarde te voldoen en

  • -

    de overschrijding van de standaardwaarde door het treffen van geluidsbeperkende maatregelen zoveel mogelijk wordt beperkt en

  • -

    geluidbeperkende maatregelen financieel doelmatig zijn en daartegen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan.

  • -

    Geluidsluwe gevel/- buitenruimte gerealiseerd wordt/aanwezig is.

  • -

    Er tenminste 1 slaapkamer aan de zijde van de geluidsluwe gevel is.

 

Artikel 5

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw met een geluidbelasting die hoger is dan de plandrempel , als bedoeld in tabel B, is toegestaan als:

  • a.

    geen geluidsbeperkende maatregelen kunnen worden getroffen aan de bron of in de overdracht, om aan de plandrempel te voldoen en

  • b.

    de gevel waarop de plandrempel wordt overschreden een gevel is die geen te openen delen bevat anders dan als onderdeel van een gemeenschappelijke doorgang (een niet geluidgevoelige gevel) of

  • c.

    bij de gevel waarop de plandrempel wordt overschreden wordt het geluid bij de openen delen, die direct grenzen aan een verblijfsgebied, zodanig geweerd dat de geluidbelasting bij de openen delen niet hoger is dan de plandrempel, als bedoeld in tabel B.

Artikel 6

In afwijking van artikel 4 hoeven geen geluidbeperkende maatregelen te worden genomen als de geluidbelasting op een geluidgevoelige gevel vanwege rijkswegen of provinciale wegen ten hoogste 53 dB Lden is.

 

Artikel 7

Als ten behoeve van de realisatie van een geluidsgevoelig gebouw bronmaatregelen of afschermende maatregelen zijn voorzien, dienen deze te zijn gerealiseerd voordat het geluidsgevoelige gebouw in gebruik genomen wordt.

 

Artikel 8

Van een geluidsgevoelig gebouw die in aandachtsgebieden van meerdere verkeerswegen/industrieterreinen is toegestaan indien het gecumuleerde geluid op het geluidsgevoelig gebouw aanvaardbaar is.

 

Aanleg/wijziging verkeersweg

 

Artikel 9

De aanleg van een gemeenteweg wordt toegestaan, als het geluid op geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A.

 

Artikel 10

Het wijzigingen van een gemeenteweg is toegestaan, als het geluid op geluidsgevoelige gebouwen:

  • a.

    niet hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A; of

  • b.

    niet leidt tot een toename van het geluid op geluidsgevoelige /gebouwen ten opzichte van het geluid op die gebouwen voor de wijziging.

Artikel 11

De aanleg of wijziging van een gemeenteweg die een geluidbelasting heeft op geluidsgevoelige gebouwen die hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A, of die leidt tot een toename van het geluid op die gebouwen ten opzichte van het geluid voor de wijziging, is toegestaan, als:

  • a.

    geen geluidsbeperkende maatregelen kunnen worden getroffen om aan de standaardwaarde te voldoen; en

  • b.

    de overschrijding van de standaardwaarde of de toename van het geluid door het treffen van geluidsbeperkende maatregelen zoveel mogelijk wordt beperkt; en

  • c.

    het geluid op geluidsgevoelige bestemmingen/gebouwen niet hoger is dan de plandrempel, als bedoeld in tabel B.

Wijziging in overdracht van geluid

 

Artikel 12

Een wijziging in de overdracht van geluid in een geluidsaandachtsgebied, waardoor geluidsgevoelige gebouwen die als gevolg van deze wijziging een naar het oordeel van het bevoegd gezag een relevante toename van geluid ondervinden, wordt toegestaan, als:

  • a.

    geluidbeperkende maatregelen worden getroffen om toename van het geluid te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken of

  • b.

    geluidswerende maatregelen worden getroffen om de binnenwaarde niet te laten toenemen.

Algemeen

 

Artikel 13

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw met een geluidbelasting op een geluidgevoelige gevel van dat gebouw die hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A wordt toegestaan indien er minimaal één geluidsluwe gevel aanwezig is waarop het gezamenlijk geluid van de verkeerswegen voldoet aan Lcum 55 dB.

 

Artikel 14

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw met een geluidbelasting op een geluidgevoelige gevel van dat gebouw die hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A wordt toegestaan indien de buitenruimte wordt gerealiseerd aan een zijde van een geluidsluwe gevel. Indien dat niet mogelijk is mag het geluidsniveau als gevolg van verkeerslawaai van een individuele verkeersweg ter plaatse van de buitenruimte (in het midden van de buitenruimte op 1,20 m hoogte) niet meer zijn dan 58 dB. Is er sprake van een geluidbelasting van meerdere verkeerswegen dan dient het gezamenlijk geluid van de verkeerswegen ter plaatse van de buitenruimte te voldoet aan Lcum 60 dB.

 

Artikel 15

Een nieuw geluidsgevoelig gebouw, bestaande uit appartementen waar niet alle woningen redelijkerwijs voorzien kunnen worden van een geluidsluwe gevel, kan voor die betreffende woningen worden afgezien van een geluidsluw gevel mits de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A, bij minimaal één geveldeel van de betreffende woning als gevolg van verkeerslawaai van een individuele verkeersweg met niet meer dan 5 dB wordt overschreden. Is er sprake van een geluidbelasting van meerdere verkeerswegen dan dient het gezamenlijk geluid van de verkeerswegen bij minimaal één geveldeel van de betreffende woning te voldoet aan Lcum 60 dB.

 

Artikel 16

Als bij vervanging van een (geluidsgevoelig) gebouw door een nieuw geluidsgevoelig gebouw of bij een geluidsgevoelig gebouw dat ontstaat door het omzetten van een niet geluidgevoelig gebouw naar een geluidgevoelig gebouw (functiewijziging gebouw, de geluidbelasting op de gevel hoger is dan de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A en waarbij redelijkerwijs geen geluidsluw geveldeel kan worden gerealiseerd, kan worden afgezien van een geluidsluwe geveldeel mits de standaardwaarde, als bedoeld in tabel A, bij minimaal één geveldeel van de betreffende woning als gevolg van verkeerslawaai van een individuele verkeersweg met niet meer dan 5 dB wordt overschreden. Is er sprake van een geluidbelasting van meerdere verkeerswegen dan dient het gezamenlijk geluid van de verkeerswegen bij minimaal één geveldeel van de betreffende woning te voldoet aan Lcum 60 dB.

 

Afwijkingsmogelijkheid

 

Artikel 17

Het college van burgemeester en wethouders kan middels een collegebesluit, vanwege zwaarwegende economische /maatschappelijke belangen, rechtvaardigen om af te wijken van de regels in deze geluidsnota.

Bijlage 2. Gebiedsgerichte geluidregels industrielawaai

 

Toepassingsbereik

 

Artikel 1

Onderstaande geluidregels hebben betrekking op geluidsemissie van activiteiten (ingevolge toepassingsbereik artikel 5.63, Besluit kwaliteit leefomgeving) en zijn van toepassing op het omgevingsplan van de gemeente Leusden.

 

Standaardwaarden

 

Artikel 2

Activiteiten (ingevolge toepassingsbereik artikel 5.63 Besluit kwaliteit leefomgeving), zijn toegestaan indien de standaardwaarden, bedoeld in tabel D, voor het toelaatbare geluid door een activiteit op de gevel van een geluidsgevoelig gebouw of op de locatie waar een gevel van een geluidsgevoelig gebouw mag komen, niet overschrijdt.

 

Tabel D. Standaardwaarden toelaatbaar geluid op een geluidsgevoelig gebouw als gevolg van activiteiten , anders dan het wonen.

 

07.00 – 19.00 uur

19.00 – 23.00 uur

23.00 – 07.00 uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten

50 dB(A)

45 dB(A)

40 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

-

70 dB(A)

70 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

-

65 dB(A)

65 dB(A)

 

Grenswaarden

 

Artikel 3

Activiteiten zijn toegestaan indien het de grenswaarden, bedoeld in tabel E, voor het toelaatbare geluid in geluidsgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidsgevoelige gebouwen, veroorzaakt door een bedrijfsactiviteit, niet overschrijdt.

 

Tabel E. Grenswaarde toelaatbaar geluid in geluidsgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidsgevoelige gebouwen als gevolg van activiteiten , anders dan het wonen.

 

07.00 – 19.00 uur

19.00 – 23.00 uur

23.00 – 07.00 uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten

 

35 dB(A)

30 dB(A)

25 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

-

55 dB(A)

55 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

-

45 dB(A)

45 dB(A)

 

Afwijkende waarden

 

Artikel 4

In afwijking van artikel 2 zijn bedrijfsactiviteiten (inclusief horeca- en recreatie-/sport inrichtingen en maatschappelijke voorzieningen) toegestaan, indien het geluid door die bedrijfsactiviteit op een geluidsgevoelig gebouw de afwijkende waarden, bedoeld in tabel F, niet overschrijdt.

 

Tabel F Gebiedsgerichte geluidswaarden (afwijkende waarden) geldend voor bedrijfsactiviteiten

Aard van de (woon)omgeving

Afwijkende waarden

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT

als gevolg van bedrijfsactiviteiten

07.00 – 19.00 uur

19.00 – 23.00 uur

23.00 – 07.00 uur

  • Rustige woonwijk;

  • Agrarisch gebied /buitenplaatsen en landgoederen.

45

40

35

Gemengd woonwijk, combinaties van wonen

en bedrijfsactiviteiten.

50

45

40

Bedrijventerrein.

55

50

45

Afwijkende waarden

Maximaal geluidsniveau LAmax

als gevolg van bedrijfsactiviteiten

07.00 – 19.00 uur

19.00 – 23.00 uur

23.00 – 07.00 uur

  • Rustige woonwijk;

  • Buitenplaatsen en landgoederen.

65

60

55

  • Agrarisch gebied

-

70

19.00 – 21.00 uur

65

21.00 – 23.00 uur

60

23.00 – 6:00 uur

70

06.00 – 07.00 uur

Gemengd woonwijk, combinaties van wonen en bedrijfsactiviteiten.

-

65

60

23.00 – 6:00 uur

70

06.30 -

07.00 uur

Bedrijventerrein.

-

70

70

 

Artikel 5

Afwijkende waarden (tabel F) die hoger liggen dan de standaardwaarden (tabel D) zijn toegestaan indien dat niet leidt tot een overschrijding van de grenswaarden, als bedoeld in tabel F, in geluidsgevoelige ruimten binnen geluidsgevoelige gebouwen.

 

Tabel F Grenswaarde toelaatbaar geluid in geluidsgevoelige ruimten binnen geluidsgevoelige gebouwen geldend voor bedrijfsactiviteiten.

 

07.00 – 19.00 uur

19.00 – 23.00 uur

23.00 – 07.00 uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten

35 dB(A)

30 dB(A)

25 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

-

55 dB(A)

55 dB(A)

Maximaal geluidsniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

-

45 dB(A)

45 dB(A)

 

Artikel 6

Artikel 2, 3, 4 en 5 zijn niet van toepassing op geluid van een bedrijfsactiviteit op een geluidsgevoelig gebouw dat een functionele binding heeft met die activiteit (bedrijfswoning).

 

Artikel 7

Artikel 2, 3, 4 en 5 zijn niet van toepassing, op geluid van een agrarische-, een horeca- of een bedrijfsactiviteit op een bedrijventerrein, op een geluidsgevoelig gebouw dat in het verleden functionele verbonden was met die activiteit (bedrijfswoning).

 

Artikel 8

Artikel 2, 3, 4 en 5 zijn niet van toepassing op geluid door de inzet van motorvoertuigen of helikopters voor spoedeisende medische hulpdiensten, ongevallenbestrijding, brandbestrijding, gladheidbestrijding en het vrijmaken van de weg na een ongeval en onversterkt menselijke stemgeluid.

 

Artikel 9

Artikel 3 en 5 zijn niet van toepassing zijn op geluidsgevoelige gebouwen wanneer overwegende bezwaren van bouwkundige aard bestaan tegen het treffen van maatregelen aan de gevel die nodig zijn om te voldoen aan de grenswaarden, bedoeld in tabel D en tabel F, als andere maatregelen mogelijk zijn om de geluidswering zoveel mogelijk te verbeteren en die andere maatregelen getroffen worden.

 

Artikel 10

Artikel 3 en 5 zijn niet van toepassing zijn op geluidsgevoelige gebouwen wanneer de eigenaar weigert mee te werken aan het onderzoek naar het geluid door activiteiten in geluidsgevoelige ruimten binnen zijn gebouw en naar de noodzakelijke geluidswerende maatregelen of als e eigenaar weigert geluidswerende maatregelen te laten aanbrengen.

 

Artikel 11

Horecaondernemingen moeten ramen en/of deuren gesloten houden wanneer binnen versterkt muziekgeluid wordt geproduceerd. Het gaat om muziekgeluid dat buiten goed hoorbaar is als de ramen en/of deuren open staan. De toegangsdeur van de inrichting mag slechts voor het onmiddellijke doorlaten van personen en/of goederen worden geopend.

 

Artikel 12

Het overleggen van een akoestisch onderzoek is vereist indien aannemelijk is dat de geluidsniveaus vanwege bedrijfsactiviteiten zoals bedoeld in tabel E en tabel F niet kan worden voldaan.

 

Aandachtsgebied stemgeluid bij activiteiten

 

Artikel 13

  • 1.

    Nieuwe activiteiten of uitbreiding van activiteiten zoals in de tabel G vermeld, zijn toegestaan als de afstand tot aan een geluidgevoelig gebouw groter is dan de in de tabel vermelde afstanden.

Tabel G Aandachtsgebied stemgeluid bij activiteiten

 

Activiteit

Minimale afstand tussen de activiteit en geluidgevoelige gebouwen (meters)

in rustig gebied

Minimale afstand tussen de activiteit en geluidgevoelige gebouwen (meters)

in gemengd gebied

Speelplaats of schoolplein

50

30

Horeca met terras

50

10

Buitenbad

200

100

Sportveld

50

30

Overige buitenactiviteiten

50

30

 

  • 2.

    Nieuwe activiteiten of uitbreiding van activiteiten zoals in de tabel F vermeld op een kortere afstand tot aan geluid gevoelige gebouwen, zijn toegestaan als er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Bijlage 3. Grenswaarden voor evenementen/festiviteiten

 

Toepassingsbereik

 

Artikel 1

Onderstaande geluidregels zijn van toepassing op het omgevingsplan van de gemeente Leusden en hebben betrekking op geluidsemissies van evenementen, inpandige evenementen en festiviteiten bij horeca- en sportgelegenheden.

 

Artikel 2

De standaardwaarden conform bijlage 2, artikel 2 en de grenswaarden conform bijlage 2, artikel 3 zijn niet van toepassing op :

  • -

    in het omgevingsplan aangewezen collectieve festiviteiten of

  • -

    incidentele festiviteiten, voor maximaal 6 etmalen per jaar die plaatsvinden bij een horeca- of sportgelegenheid.

Deze vrijstelling geldt alleen wanneer de meldingsplicht (10 werkdagen voor aanvang) is uitgevoerd. De geluidnormen voor bovenvermelde festiviteiten en evenementen zijn in artikel 4 van deze bijlage weergegeven.

 

Artikel 3

Artikel 2 van deze bijlage is van toepassing indien een ontheffing van de toelaatbare geluidsniveaus vermeld in artikel 2, 3, 4 en 5 van bijlage 2 is verleend door de gemeente Leusden. De aanvraag voor de ontheffing dient 12 weken voor de aanvang van de festiviteit te worden aangevraagd en moet de volgende informatie bevatten:

  • Naam;

  • Aanvrager;

  • Telefoonnummer;

  • Emailadres;

  • Contactpersoon;

  • Datum;

  • Tijden;

  • Locatie;

  • Festiviteit/evenement binnen of buiten;

  • Plattegrond;

  • Elektronische versterkte muziekgeluid ja/nee.

Artikel 4

Voor festiviteiten en evenementen gelden de onderstaande geluidsniveaus.

Soort evenement

 

Geluidcategorie 1,2 of 3

Locatie

Equivalent geluidsniveau *1

Van 07.00 tot 23.00 uur, in het weekend (vrijdag /zaterdag) toegestaan tot tot 01.00 uur

Maximaal aantal

  • -

    evenementen of

  • -

    festiviteiten bij bedrijven per jaar *2

LAeq *3

LCeq *4

Geluidcategorie 1

vrije locaties

50 dB(A)

Nvt dB(C)

-

Geluidcategorie 2 *6

vrije locaties

70 dB(A)

83 dB(C)

-

Geluidcategorie 3 *7

vrije locaties

80 dB(A)

93 dB(C)

3x per locatie per jaar met een max totaal van 12x per jaar in de gemeente

Incidenteel geluidcategorie 2

binnen in het bedrijf

70 dB(A)

83 dB(C)

6x per bedrijf inclusief incidentele festiviteiten op buitenterrein

Incidenteel geluidcategorie 2

binnen in het bedrijf met in- aanpandig geluidgevoelige bestemming * 5

55 dB(A)

van 01.00 tot 07.00 uur dient te voldoen aan 25 dB(A).

68 dB(C)

van 01.00 tot 07.00 uur dient te voldoen aan 25 dB(A).

6x per bedrijf inclusief incidentele festiviteiten op buitenterrein

Incidenteel geluidcategorie 2 of 3

op buitenterrein van het bedrijf

70 dB(A) of

*8 80 dB(A)

83 dB(C) of

*8 93 dB(C)

Max 2 per bedrijfslocatie per jaar.

 

*1 Het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode, optredende geluid. Bij de beoordeling van muziekgeluiden wordt geen straffactor van 10 dB(A) voor muziekgeluid en geen bedrijfsduurcorrectie toegepast. Stemgeluiden worden buiten beschouwing gehouden.

 

*2 Het aantal dagen van een evenement zijn bepalend dus niet het evenement zelf. Voorbeeld: Een aanvraag voor een festival voor 2022, tijdsduur drie dagen. Op de eerste dag wordt er een braderie (geluidcategorie 2) gehouden. De tweede dag is er een popconcert (geluidcategorie 3 ) en de derde dag wordt het festival afgesloten met een concert (geluidcategorie 3 ). Het festival duurt drie dagen waarvan er twee als geluidcategorie 3 evenementdagen worden aangemerkt.

 

*3 LAeq met een middelingstijd van één minuut gemeten in de meterstand Fast, muziekgeluiden veroorzaakt door festiviteit vanuit het bedrijf op de gevel(s) van geluidsgevoelige gebouwen, bij in- aanpandig in geluidgevoelige gebouw of op 50 meter afstand van de erfgrens van de locatie van het bedrijf of geluidboxen, indien er geen woning binnen genoemde afstand aanwezig is.

 

*4 LCeq met een middelingstijd van één minuut gemeten in de meterstand Fast, muziekgeluiden veroorzaakt door festiviteit vanuit het bedrijf op de gevel(s) van geluidsgevoelige gebouwen of op 50 meter afstand van de erfgrens van de locatie van het bedrijf en/of geluidboxen, indien er geen woning binnen genoemde afstand aanwezig is.

Om de hinder vanwege lage tonen te beperken wordt de normeenheid dB(C) naast de dB(A) ingevoerd.

Dit heeft te maken met het frequentiespectrum van muziekgeluid en de hinderbeleving van lage frequenties. Tijdens de evenementen in de buitenlucht dempen de midden en hoge tonen sneller en beter dan lage tonen die vaak veroorzaakt worden bij ‘dance’ muziek. Bij dancemuziek zitten meer lage tonen in het muziekspectrum en dit geeft in de omgeving meer geluidshinder. Dit soort muziek heeft als effect dat vooral op een wat grotere afstand de lage tonen hoorbaar zijn. Deze lage tonen dringen ook gemakkelijker door in geluidsgevoelige gebouwen terwijl hogere tonen daarentegen doorgaans door de muren worden tegengehouden. Lage tonen (bassen) zijn daarom veelal bepalend voor de hinderbeleving in de omgeving

 

*5 Als er sprake is van in- en aanpandige geluidsgevoelige gebouwen geldt dat het toelaatbaar geluid in geluidsgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige gebouwen, met een middelingstijd van één minuut gemeten in de meterstand Fast, van muziekgeluiden, voldoet aan de 55 dB(A) en 68 dB(C). Van 23.00 tot 07.00 uur en in het weekend (vrijdag /zaterdag) van 01.00 tot 07.00 uur dient te voldoen aan 25 dB(A).

 

*6 Deze categorie bestaat uit festiviteiten/evenementen met licht versterkte elektronische muziek- en/of installatiegeluiden.

 

*7 Deze categorie bestaat uit festiviteiten/evenementen met (professionele) versterkte elektronische muziek- en/of installatiegeluiden.

 

*8 Deze verruiming is alleen toegestaan als de dichtstbijzijnde woning op een afstand ligt groter of gelijk aan 50 meter ten opzichte van geluidboxen/erfgrens van het bedrijf.

 

Artikel 5

Het op- en afbouwen van evenementen is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Opbouwen (07:00-19:00) en afbouwen mag uitsluitend in periode van 07:00-23:00 uur plaatsvinden en niet op zondag;

  • b.

    Tijdens de op- en afbouwdagen mag er geen sprake zijn van versterkte muziek, met uitzondering van de muziek voor het instellen of inregelen van geluidsapparatuur (soundcheck) gedurende maximaal twee uur;

  • c.

    De organisatie van het evenement dienen direct omwonenden (binnen een straal van 100 meter ten opzichte van de evenement locatie), minimaal twee weken voor aanvang van het evenement te informeren over het te houden evenement.

Collectieve festiviteiten

Artikel 6

Aangewezen collectieve festiviteiten in de gemeente Leusden zijn: Koningsdag, Carnaval, Bevrijdingsdag en Oud en Nieuw.

 

Artikel 7

Voor de aangewezen collectieve festiviteiten geldt dat het equivalent geluidniveau, met een middelingstijd van 1 min gemeten in de meterstand Fast, veroorzaakt door een bedrijf of evenementorganisatie, op de gevel(s) van geluidgevoelige gebouwen of op 50 meter afstand van de erfgrens van het bedrijf of locatie festiviteit, indien er geen woning binnen genoemde afstand aanwezig is niet meer bedragen dan LAeq 80 dB(A), LCeq 93(C).

 

Artikel 8

Deze festiviteiten tellen niet mee in de limitering van 12 dagen per kalenderjaar van geluidcategorie 3 evenementen in de gemeente.

 

Grenswaarden onversterkte muziekgeluiden

Artikel 9

 

Grenswaarden onversterkte muziekgeluiden

Locatie

Van 07:00 tot 19:00 uur

Van 19.00 tot 23:00 uur

23:00 uur tot 7:00 uur

LAeq

LAmax

LAeq

LAmax

LAeq

LAmax

binnen in het bedrijf

50 dB(A)

70 dB(A)

45 dB(A)

65 dB(A)

40 dB(A)

60 dB(A)

binnen het bedrijf met in- aanpandig geluidgevoelige bestemming

35 dB(A)

55 dB(A)

30 dB(A)

50 dB(A)

25 dB(A)

45 dB(A)

 

LAeq met een middelingstijd van 1 minuut gemeten in de meterstand Fast, muziekgeluiden veroorzaakt door de inrichting op de gevel(s) van geluidgevoelige gebouwen of op 50 meter afstand van de erfgrens van inrichting, indien er geen woning binnen genoemde afstand aanwezig is. Voor de duur van twintig uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen, zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid.

 

Artikel 10Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en zijn de grenswaarden in bijlage 3 artikel 4 van toepassing.

 

Naleving van aanvragen evenementen en festiviteiten.

 

Artikel 11

 

Voor naleving van (vergunde) grenswaarden kunnen tijdens incidentele festiviteiten/evenementen geluidmetingen worden uitgevoerd. De gemeten geluidsniveaus worden beoordeeld conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (1999).

 

Artikel 12

Wordt tijdens een geluidcontrole meer geluid gemeten op de dichtstbijzijnde gevel van een woning dan vergund is dan wel waarvoor een incidentele festiviteit is aangemeld, dan moet de organisator op aanwijzen van het bevoegd gezag het volume direct terugdraaien, zodat aan de vergunde grenswaarden op de gevel wordt voldaan. Geeft de organisator hieraan geen gehoor dan zal de handhaver, in samenwerking met de politie/Boa, de organisator wederom verzoeken om het muziekgeluid terug te draaien. Geeft de organisator hieraan geen gehoor dan kan de politie/Boa een proces-verbaal opmaken. Afhankelijk van de situatie en de aard van de overtreding zal een preventieve dwangsom worden opgelegd en/of kan de geluidsontheffing bij een volgende aanvraag van dit evenement worden afgewezen.

Bijlage 4. Toetsen stemgeluid bij activiteiten

 

Wanneer nieuwe activiteiten (activiteiten zoals hieronder in tabel vermeld) gewenst zijn binnen een kortere afstand dan bij die activiteit is aangegeven (zie tabel, het gaat om de afstand tussen de betreffende activiteit en geluidgevoelige gebouwen) dient de geluidimmissie als gevolg van het stemgeluid op de gevels van omliggende geluidgevoelige gebouwen inzichtelijk te worden gemaakt met een akoestisch onderzoek. Beoordeeld dient te worden of, op basis van berekende geluidimmissie, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en of een beperking van de geluidbelasting wel of niet noodzakelijk wordt geacht.

 

Activiteit

Minimale afstand tussen de activiteit en geluidgevoelige gebouwen (meters)

Speelplaats bij een kinderdagverblijf

30

Schoolplein bij primair onderwijs

30

Horeca met terras

10

Buitenbad

200

Sportvelden

30

Recreatieterrein met buitenactiviteiten

50

Bijlage 5. Wetsartikelen Besluit kwaliteit leefomgeving (Geconsolideerde versie Besluit kwaliteit leefomgeving oktober 2019)

 

Geluid door activiteiten

 

Artikel 5.65 (standaardwaarden en grenswaarden voor geluidgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen)

  • 1.

    Een omgevingsplan bevat:

    • a.

      als waarden de standaardwaarden, bedoeld in tabel 5.65.1, voor het toelaatbare geluid door een activiteit op een geluidgevoelig gebouw; en

    • b.

      als waarden de grenswaarden, bedoeld in tabel 5.65.2, voor het toelaatbare geluid in geluidgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen.

Tabel 5.65.1 Standaardwaarde toelaatbaar geluid op een geluidgevoelig gebouw

 

07.00 – 19.00

uur

19.00 – 23.00

uur

23.00 – 07.00

uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten

50 dB(A)

45 dB(A

40 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

70 dB(A

70 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

65 dB(A

65 dB(A)

 

Tabel 5.65.2 Grenswaarde toelaatbaar geluid in geluidgevoelige ruimten binnen in- en aanpandige geluidgevoelige gebouwen

 

07.00 – 19.00

uur

19.00 – 23.00

uur

23.00 – 07.00

uur

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT als

35 dB(A)

30 dB(A

25 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

55 dB(A

55 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

45 dB(A

45 dB(A)

 

Artikel 5.66 (flexibiliteit – afwijken van standaardwaarden tot grenswaarden)

  • 1.

    Een omgevingsplan kan, gelet op de aard of locatie van de activiteit of cumulatie, andere waarden bevatten dan de standaardwaarden, bedoeld in artikel 5.65, eerste lid, aanhef en onder a, tweede, derde, of vierde lid.

Geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen

 

Artikel 5.78t (toelaten van een geluidgevoelig gebouw)

  • 1.

    Een omgevingsplan dat een nieuw geluidgevoelig gebouw toelaat, voorziet erin dat het geluid op dat gebouw niet hoger is dan de standaardwaarde, bedoeld in tabel 5.78t.

Tabel 5.78t: Standaardwaarde geluidgevoelige gebouwen

 

Geluidbronsoorten

Standaardwaarde

Rijkswegen en provinciale wegen

50 Lden

Gemeentewegen en waterschapswegen

53 Lden

Hoofdspoorwegen en lokale spoorwegen

55 Lden

Industrieterreinen

50 Lden, 40 Lnight

 

  • 2.

    Voor een geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, onder b of d, waarvan het gebruik in de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:

    • a.

      gelden de waarden in Lnight niet; en

    • b.

      wordt in tabel 5.78t gelezen voor ‘Lden’: ‘Lde’.

  • 3.

    Voor een geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, onder b of d, waarvan het gebruik in de avondperiode en de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:

    • a.

      gelden de waarden in Lnight niet; en

    • b.

      wordt in tabel 5.78t gelezen voor ‘Lden’: ‘Ld’.

Artikel 5.78u (overschrijding standaardwaarde)

  • 1.

    Een omgevingsplan dat een nieuw geluidgevoelig gebouw toelaat, kan erin voorzien dat het geluid op dat gebouw hoger is dan de standaardwaarde, bedoeld in tabel 5.78t, als:

    • a.

      geen geluidbeperkende maatregelen kunnen worden getroffen om aan de standaardwaarde te voldoen;

    • b.

      de overschrijding van de standaardwaarde door het treffen van geluidbeperkende maatregelen zoveel mogelijk wordt beperkt; en

    • c.

      het geluid op geluidgevoelige gebouwen niet hoger is dan de grenswaarde, bedoeld in tabel 5.78u.

Tabel 5.78u: Grenswaarde geluidgevoelige gebouwen

 

Geluidbronsoorten

Grenswaarde

Rijkswegen en provinciale wegen

60 Lden

Gemeentewegen en waterschapswegen

70 Lden

Hoofdspoorwegen en lokale spoorwegen

65 Lden

Industrieterreinen

55 Lden, 40 Lnight

 

  • 2.

    Geluidbeperkende maatregelen als bedoeld in het eerste lid worden alleen in aanmerking genomen als die financieel doelmatig zijn en daartegen geen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of technische aard bestaan.

  • 3.

    Artikel 5.78t, tweede lid en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor ‘tabel 5.78t’ wordt gelezen: tabel 5.78u.

Bijlage 6 Schematisch Overzicht Grenswaarden Evenementen/Festiviteiten

 

Bijlage 7. Begrippenlijst

 

Activiteiten uit bijlage 2: zijn alle activiteiten anders dan wonen, met uitzondering van:

 

specifieke activiteiten

 

activiteiten industrieterrein met een geluidproductieplafond ( gpp )

 

activiteiten in de openbare buitenruimte

 

en evenementen (anders dan op een locatie voor evenementen en anders dan festiviteiten art. 5.68 Bkl

 

Bal: Besluit activiteiten leefomgeving

 

Bbl: Besluit bouwwerken leefomgeving

 

Bkl: Besluit kwaliteit leefomgeving

 

gecumuleerd geluid: geluid als bedoeld in artikel 3.36 Besluit kwaliteit leefomgeving

 

geluidaandachtsgebied: geluidaandachtsgebied als bedoeld in artikel 3.19 Besluit kwaliteit leefomgeving

 

Artikel 3.19 (geluidaandachtsgebied) Bkl

  • 1.

    Een geluidaandachtsgebied is een locatie langs een weg of spoorweg of rond een industrieterrein waarbinnen het geluid hoger kan zijn dan de standaardwaarde in Lden, bedoeld in tabel 3.32.

  • 2.

    Het geluidaandachtsgebied wordt bepaald volgens bij ministeriële regeling gestelde regels

geluidbelasting Lden: geluidbelasting of andere geluidwaarde op een plaats en door een bron over alle perioden van 07.00 tot 19.00 uur, van 19.00 tot 23.00 uur en van 23.00 tot 07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 1, bij de richtlijn omgevingslawaai

 

geluidbelasting Lnight: geluidbelasting of andere geluidwaarde op een plaats en door een bron over alle perioden van 23.00 tot 07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 2, bij de richtlijn omgevingslawaai

 

geluidgevoelig gebouw: geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.20 Besluit kwaliteit leefomgeving

 

geluidgevoelige ruimte: geluidgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 3.21 Besluit kwaliteit leefomgeving

 

geluidluwe gevel: gevel die ten opzichte van de andere gevels van een geluidgevoelig gebouw relatief weinig wordt belast door geluid

 

geluidproductie: het geluid, op een geluidreferentiepunt, afkomstig van een rijksweg, een hoofdspoorweg, een provinciale weg, een lokale spoorweg die door provinciale staten is aangewezen op grond van artikel 2.13a, eerste lid, onder b, van de Omgevingswet, of een industrieterrein geluidwerende maatregel: fysieke maatregel aan een gebouw die de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie verhoogt

 

gemeenteweg: weg in beheer bij een gemeente

 

gezamenlijk geluid: geluid als bedoeld in artikel 3.37, tweede lid Besluit kwaliteit leefomgeving

 

gpp’s :geluidproductieplafonds

 

langtijdgemiddelde beoordelingsniveau: (LAr,LT): het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld volgens de bij ministeriele regeling gestelde regels

 

LCeq: Langtijdgemiddelde boordelingsniveau met C-filter gewogen voor lage frequenties (bastonen).

 

maximaal geluidsniveau LAmax: maximaal geluidsniveau gemeten in de meterstand «F» of «fast» als vastgesteld en beoordeeld volgens de bij ministeriële regeling gestelde regels

 

niet-geluidgevoelige gevel: een gevel die geen te openen delen bevat anders dan een gemeenschappelijke doorgang, of een gevel waarbij het geluid bij de openen delen die direct grenzen aan een verblijfsgebied, zodanig geweerd wordt dat het geluid bij de openen delen niet hoger is dan de in het omgevingsplan vastgelegde grenswaarde